4.3 Voedingsaansluiting
Beide aansluitingen moeten worden gevoed door beide
netwerken, d.w.z. de SeaTalk
door de SeaTalk
ng
-backbone of het Seatalk
motor-aansluiting (DeviceNet) wordt gevoed door het netwerk
van de motor-CAN-bus.
De informatie in dit hoofdstuk heeft betrekking op de voeding
van het SeaTalk
ng
-netwerk. Er is al voeding beschikbaar op de
CAN-bus van uw motor waarmee de DeviceNet-aansluiting van
stroom wordt voorzien.
Raadpleeg de Raymarine SeaTalk
(81300) voor meer informatie over SeaTalk
Verlengkabel voeding
Het product wordt geleverd met een voedingskabel die indien
nodig kan worden verlengd.
• De voedingskabel voor iedere unit in uw systeem dient te
worden gelegd als afzonderlijke, enkele 2-draads kabel vanaf
de unit naar de accu of het distributiepaneel van het schip.
• Raymarine adviseert een minimale draaddikte van 18 AWG
(0,82 mm
2
) voor alle verlengkabels.
• Onafhankelijk van de lengte van de verlengkabel dient iedere
kabel een minimale spanning te kunnen leveren aan de unit
van 10,8 V bij een accuspanning van 11 V.
Voedingsdistributie
Raymarine adviseert alle voedingsverbindingen aan te leggen
via een distributiepaneel.
• Alle apparatuur dient te worden gevoed via een
stroomonderbreker of schakelaar, met de juiste
stroomkringbeveiliging.
• Raadpleeg het hoofdstuk Stroomonderbrekers, zekeringen en
stroomkringbeveiliging voor de waarden van de thermische
stroomonderbreker voor dit product.
Stroomonderbrekers, zekeringen en
stroomkringbeveiliging
Aanbevolen wordt een thermische stroomonderbreker of
zekering te plaatsen in het distributiepaneel.
Waarde thermische stroomonderbreker
5 A (wanneer slechts één apparaat wordt aangesloten)
Opmerking: De juiste waarde voor de thermische
stroomonderbreker is afhankelijk van het aantal apparaten
dat u aansluit. Wanneer u de te gebruiken waarde niet zeker
weet, kunt u contact opnemen met een geautoriseerde
Raymarine-dealer.
Kabels en aansluitingen
ng
-aansluiting wordt gevoed
ng
-apparaat en de
ng
-gebruikershandleiding
ng
-netwerken.
Een stroomonderbreker delen
Wanneer meerdere apparaten een stroomonderbreker delen
dient u een bescherming in te bouwen voor de afzonderlijke
stroomkringen. Bijv. door het aansluiten van een in-line zekering
voor iedere stroomkring.
+
1
3
1
2
3
4
U wordt geadviseerd waar mogelijk afzonderlijke apparaten aan
te sluiten op afzonderlijke stroomonderbrekers. Wanneer dit niet
mogelijk is gebruikt u in-line zekeringen om voor de benodigde
beveiliging te zorgen.
Waarschuwing: Productaarding
Voordat u dit product aansluit op de voeding, moet
u zich ervan verzekeren dat het op de juiste manier
is geaard, in overeenstemming met de instructies
in deze handleiding.
Aarden — speciale afvoerdraad
De voedingskabel die met dit product is meegeleverd beschikt
over een speciale afgeschermde (verstevigde) draad voor
aansluiting op het RF-aardingspunt van het schip.
Het is van belang dat er een een doeltreffende RF-aarding is
aangesloten op het systeem. Er moet één aardingspunt worden
gebruikt voor alle apparatuur. De unit kan worden geaard door
de afgeschermde (afvoer-) draad van de voedingskabel aan
te sluiten op het RF-aardingspunt van het schip. Op schepen
zonder een RF-aardingssysteem dient de afgeschermde
(afvoer-) draad direct te worden aangesloten op de negatieve
accupool.
Het gelijkspanningssysteem dient één van de volgende te zijn:
• Negatief geaard, met de negatieve accupool aangesloten op
de massa van het schip.
• Bufferaarde, waarbij geen van beide accupolen zijn
verbonden met de massa van het schip.
Waarschuwing: Systemen met
positieve aarding
Sluit deze unit niet aan op systemen met positieve
aarding.
-
Positieve (+) pin
Negatieve (-) pin
Stroomonderbreker
Zekering
D11637-2
23