C Geheugenbehoefte bepalen
Het maximumaantal functieblokken in een programma is 30. Dat geldt
voor de basisfuncties. Wanneer u in uw toepassingen speciale functies ge-
bruikt, kan het maximumaantal mogelijke functieblokken eventueel min-
der zijn. Lees daarvoor aandachtig de voorbeelden in dit hoofdstuk.
Voor de functieblokken van de speciale functies in uw programma is er
speciale geheugenruimte nodig. In LOGO! zijn daarvoor vier verschil-
lende geheugenzones voorzien. Naargelang van de gebruikte functies is er
voor de verschillende zones een geheugenruimte van verschillende grootte
nodig.
Geheugenruimte
RE
162
Zone waarin uw ingestelde waarden worden opge-
slagen (b.v. grenswaarden van de teller)
LOGO! heeft in deze geheugenzone plaats voor
27 eenheden.
Zone waarin de actuele effectieve waarden worden
geregistreerd (b.v. tellerstand)
LOGO! heeft in deze geheugenzone plaats voor
24 eenheden.
Zone die door de tijdfuncties wordt gebruikt (b.v.
vertraagde uitschakeling)
LOGO! heeft in deze geheugenzone plaats voor
10 eenheden.
Zone waarin de remanent te houden actuele effec-
tieve waarden worden geregistreerd (b.v. de getal-
waarde van een bedrijfsurenteller).
Remanente gegevensbewaring is alleen in
LOGO!...L..-varianten mogelijk.
LOGO! heeft in deze geheugenzone plaats voor
7 eenheden.
Betekenis
LOGO!-handboek
EWA 4NEB 712 6006-20 a