1
2
3
Figuur 16
1. Veer van
spuitboomscharnier
2. Contramoer (2)
3. Herhaal deze procedure voor elke veer op beide
spuitboomscharnieren.
4. Zet de spuitbomen kruiselings over elkaar in de
transportstand; zie De Spuitbomen bedienen (bladz.
15).
11
Instelling van de spuitbomen
tot niveau
Geen onderdelen vereist
Procedure
1. Draai op de bestuurderspositie de contactsleutel naar
de stand Aan om het systeem te activeren.
2. Verplaats de spuitbomen zodanig dat ze op
bodemniveau liggen.
3. Verwijder de sleutel en verlaat de bestuurderspositie.
4. Stel bij het scharnier de stand van de bumpers in zodat
de spuitboom niet verder kan dan bodemniveau. Zorg
ervoor dat de bumper waterpas is.
5. Draai de bout en de moer vast om de bumpers vast te
zetten in de ingestelde stand.
Opmerking: Draai het bevestigingsmateriaal vast
met een torsie van 183 tot 223 Nm.
3
1
G023318
3. 4 cm
Opmerking: De bumper kan in de loop van de tijd enige
compressie vertonen. Als de spuitbomen beneden het niveau
komen moet deze procedure worden gebruikt om de bumper
in te stellen.
12
Montage
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Onderdelencatalogus
Procedure
Opmerking: Bestaande sproeiersets monteren
(schuimmarkeringsset, slanghaspelset enz.) op het net
aangepaste spuitboomsysteem kunnen bijkomende
onderdelen of gemoderniseerde sets nodig zijn.
1. Plaats de spuitdoppen van het oude spuitboomsysteem
over op het nieuwe systeem.
2. Test de werking van het spuitsysteem.
3. Raadpleeg uw Gebruikershandleiding en de
spuitdoppengids om nieuwe spuitdoppen te
testen en te kalibreren.
4. Het oude spuitboomsysteem bevat een giftig metaal.
Voer het af volgens de plaatselijke voorschriften.
5. Bewaar de volgende documenten ter referentie van de
aanpassingen:
•
De Onderdelencatalogus voor deze set
•
De hoofdstukken bediening, onderhoud en
probleemoplossing van deze Montage-instructies
14