Herstarten van de motor door de
bestuurder
Bedien het koppelingspedaal om de
motor te herstarten.
Controlelamp n dooft wanneer de
motor opnieuw start.
Als u niets doet binnen drie minuten
na automatisch opnieuw starten,
wordt de motor permanent uitgescha‐
keld. Gebruik de contactsleutel om de
motor opnieuw te starten.
Motor starten 3 92.
Herstarten van de motor door het
Stop/Start-systeem
Als er zich een van de volgende
omstandigheden voordoet tijdens
een Autostop, dan zal de motor auto‐
matisch door het stop-startsysteem
worden herstart:
● de auto loopt vrij op een helling
● voorruitwissers staan in de stand
voor snel wissen
● motortemperatuur te laag
● oplaadniveau van accu lager dan
het vastgelegde niveau
● remvacuüm onvoldoende
● aircosysteem vereist starten van
de motor
● motor is door het systeem gedu‐
rende ongeveer drie minuten
uitgeschakeld
Als één van deze omstandigheden
zich voordoet, knippert n gedurende
enkele seconden en verschijnt er een
bericht op het Driver Information
Center.
Storing
In geval van een storing wordt het
Stop/Start-systeem gedeactiveerd,
brandt er een waarschuwingslampje
en verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center.
Laat het systeem onmiddellijk door
een erkende werkplaats controleren.
In geval van een storing in Autostop
kunt u de motor opnieuw starten door
het koppelingspedaal volledig in te
trappen of door de keuzehendel op
neutraal te zetten.
Rijden en bediening
Parkeren
9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
ondergrond met brandbaar
materiaal. Door de hoge
temperatuur van het uitlaatsys‐
teem kan het oppervlak
ontbranden.
● Trek de handrem aan.
● Als de auto op een horizontaal
vlak of op een oplopende
helling staat, schakel dan de
eerste versnelling in of zet de
keuzehendel in de stand N
(elektrische auto). Op een oplo‐
pende helling bovendien de
voorwielen van de stoeprand
wegdraaien.
Als de auto op een aflopende
helling staat, schakel dan de
achteruitversnelling in of zet de
keuzehendel in de stand N
(elektrische auto). Bovendien
de voorwielen naar de stoep‐
rand toedraaien.
● Sluit de ruiten.
95