Camera-instellingen
U kunt de cameraparameters instellen.
1
Raak op een willekeurig scherm [Menu]
aan.
2
Raak [SETUP / Inst] aan.
Het scherm SETUP Menu wordt
weergegeven.
3
Raak [Camera] aan.
Het scherm Camera SETUP verschijnt.
4
Stel de verschillende items als volgt in.
Terug naar beginpagina
R-CAM Interruption/ Onderbreking R-CAM
Stelt een methode in voor het in-/uitschakelen
van de weergave. De waarden ON (aan) en OFF
(uit) kunnen worden ingesteld.
ON: Schakelt over naar de videoweergave
van de achteruitrijcamera wanneer de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld
of de knop <TEL>*
ingedrukt.
OFF (standaard): Schakelt over naar de
videoweergave van de achteruitrijcamera
wanneer de knop <TEL>*
ingedrukt.
*1 [TEL Key Longer than 1 Second] moet
worden ingesteld op "R-CAM". Zie
Gebruikersinterface
OPMERKING
• Om het geluid van de achteruitrijcamera te horen,
zet u de „AV-IN Interface" (AV-IN-interface) op
Zie
Achteruitrijcamera.
(P.88)
.
Instellingen
1
1 seconde wordt
1
1 seconde wordt
(P.79).
AV-ingang instellen
87