Bestuurdersstoel
WAARSCHUWING
Alvorens de maaimachine in gebruik te nemen,
moet u eerst controleren of het mechanisme van de
bestuurdersstoel goed functioneert en na verstelling
en vergrendeling stevig op zijn plaats blijft.
De stoel mag uitsluitend worden versteld als de
maaimachine stilstaat en op de handrem is gezet.
• .Lengte-instelling:Beweeg de hendel naar boven
om de stoel in de lengterichting te verstellen. Laat de
hendel los om de stoel in zijn stand te vergrendelen
(Figuur 11).
1
1. Hendel
G014549
Figuur 10
G016377
Figuur 11
• Instellen gewicht bestuurder:Draai de hendel
rechtsom om de vering strakker in te stellen en
linksom om de vering minder strak in te stellen.
De schaal duidt aan of de optimale instelling van
de vering is bereikt naargelang het gewicht van de
bestuurder (kg) (Figuur 12).
1
1. Hendel
16
G016378
2
Figuur 12
2. Schaal