Inhoudsopgave
Advertenties
Voor elke belichtingsfunctie kunt u de functies instellen voor wanneer de
e-knop aan de voor/achterzijde of de knop | wordt gebruikt. Stel dit in bij
[Instelling e-knoppen] in het menu [A Opnamemodus 5]. (p.283) U kunt de
functies van de e-knop aan de voor/achterzijde en de knop | controleren door
de bedieningsaanwijzingen te bekijken die op de monitor worden weergegeven
wanneer u de camera inschakelt of aan de functiekiezer draait. (p.31)
Programmalijn
Bij [Programmalijn] in het menu [A Opnamemodus 3] kunt u kiezen
tussen de volgende programmalijnen. Wanneer [eLINE] wordt
geselecteerd voor de instelling van de knop | in de stand e/K
of stand L/a (p.283), dan wordt de belichting geregeld
in overeenstemming met de ingestelde programmalijn.
Instelling
j Auto
k Normaal
l Hogesnelheidvoork.
m Scherptediepte groot
n Scherptediepte klein
o MTF-voorkeuze
Kenmerken
De camera bepaalt de juiste instellingen.
Basisprogramma voor automatische
belichting. (standaardinstelling)
Programma voor automatische belichting
waarbij korte sluitertijden prioriteit krijgen.
Programma voor automatische belichting
waarbij het diafragma zover mogelijk
gesloten wordt voor maximale
scherptediepte.
Programma voor automatische belichting
waarbij het diafragma zover mogelijk
geopend wordt voor minimale
scherptediepte.
Programma voor automatische belichting
waarbij de beste diafragmawaarden voor
het gekoppelde objectief prioriteit krijgen
als een DA-, DA L-, D FA-, FA J- of
FA-objectief wordt gebruikt.
103
4
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
