9
Stel de server in.
Om te luisteren naar audiocontent die
opgeslagen is op de server, is het
noodzakelijk de server in te stellen
(pagina 37).
Tips
•
Om de netwerkinstellingen te controleren, drukt u op
OPTIONS, en selecteert u vervolgens "Network" –
"Information" – de gewenste instelling op het menu.
•
Voor informatie over het invoeren van de PIN in de
draadloos-LAN-router/accesspoint, raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing die bij de draadloos-LAN-router/
accesspoint werd geleverd.
Een bedraad netwerk
instellen
Internet
Router
Server
U hebt de volgende omgeving nodig om de
thuisnetwerk-, muziekservice- en PARTY
STREAMING-functies te kunnen gebruiken.
Controleer van tevoren of uw omgeving geschikt
is.
Een bedraad-LAN-thuisnetwerk moet
beschikbaar zijn. (Zorg ervoor dat een
router wordt gebruikt.)
Een apparaat dat als server kan worden
gebruikt (een computer, enz.), moet zijn
verbonden met uw LAN-thuisnetwerk*.
Internettoegang moet beschikbaar zijn.
(Voor het luisteren naar
muziekservices)
* Voor informatie over servers die compatibel zijn met
dit systeem, raadpleegt u pagina 37.
26
NL
Zorg ervoor dat u een netwerkkabel (LAN-kabel)
met een ferrietkern (niet bijgeleverd) of een
afgeschermde netwerkkabel (niet bijgeleverd)
gebruikt voor een bedrade verbinding.
Voor informatie over het bedienen van de menu's
en het invoeren van tekens tijdens het instellen,
raadpleegt u "Gebruik van een menu/lijst"
(pagina 14) en "Tekens invoeren" (pagina 13).
1
Het apparaat
2
Sluit het systeem aan op een
apparaat dat is aangesloten op de
server.
Router, hub, enz.
Netwerkkabel (LAN-kabel)
Server
De configuratie van de verbinding is
afhankelijk van de omgeving van uw
thuisnetwerk.
•
Als de server (een computer, enz.) is
verbonden met een router of een hub:
t Als een ongebruikte poort beschikbaar
is op de router of op de hub, sluit u het
systeem aan op die poort.
t Als een ongebruikte poort niet
beschikbaar is op de router, sluit u een
hub aan en verbindt u de server en het
systeem met de hub.
•
Als geen router wordt gebruikt*:
t Sluit een router aan en verbindt het
serverapparaat en het systeem met de
router.
* Bijvoorbeeld, als een server (een computer, enz.)
rechtstreeks is aangesloten op een modem die
geen routerfunctie heeft.
Druk op HOME NETWORK om de
thuisnetwerkfunctie in te
schakelen.
Als het netwerkinstellingenscherm niet wordt
afgebeeld, drukt u op OPTIONS.
Het apparaat
Naar de
NETWORK
poort