Kies aan de hand van Tabel 5.5, "Instelling persoonlijke correctiefactor" de juiste instelling
voor de persoonlijke correctiefactor om de decompressieberekening zonodig behoudender
te maken. Onder ideale omstandigheden kunt u gebruikmaken van de standaardinstelling
P0. Kies programma P1, of het nog behoudender programma P2, als een van de
bovengenoemde factoren meespelen of wanneer de omstandigheden minder ideaal zijn.
De duikcomputer past dan het decompressiemodel aan de ingevoerde persoonlijke
correctiefactor aan, waardoor de nultijden korter worden (zie Paragraaf 9.2.2,
"Nultijdlimieten", Tabel 9.1, "Nultijdlimieten voor verschillende diepten (m)" en Tabel 9.2,
"Nultijdlimieten voor verschillende diepten (ft) ").
Tabel 5.5. Instelling persoonlijke correctiefactor
Persoonlijke
correctiefactor
P0
P1
P2
Ervaren duikers die bereid zijn meer risico te aanvaarden kunnen met de Suunto Vyper2
het RGBM minder zwaar laten meewegen. De standaardinstelling is 100%, wat inhoudt
dat maximaal rekening wordt gehouden met het RGBM. Suunto adviseert met klem altijd
deze instelling te gebruiken. Statistisch gezien hebben ervaren duikers een verminderde
kans op decompressieziekte. Hiervoor is geen wetenschappelijke verklaring bekend, maar
mogelijk vindt bij mensen die veelvuldig duiken een zekere mate van fysiologische en/of
psychische
gewenning
duikomstandigheden kan het daarom wenselijk zijn het effect van het RGBM minder zwaar
(50%) te laten meewegen. Zie Tabel 5.6, "RGBM-instellingen".
Tabel 5.6. RGBM-instellingen
RGBM-instelling
100%
50%
5.9. Veiligheidsstops
Veiligheidsstops worden algemeen gezien als een goede gewoonte bij recreatief duiken
en vormen een onderdeel van de meeste duiktabellen. De redenen voor het inlassen
veiligheidsstops zijn onder andere: verminderen van subklinische decompressieziekte,
vermindering van de vorming van microbelletjes, betere controle over het opstijgen en
oriëntatie alvorens op te stijgen.
De Suunto Vyper2 kent twee soorten veiligheidsstops: aanbevolen en verplichte
veiligheidsstops.
5.9.1. Aanbevolen veiligheidsstops
Bij elke duik dieper dan 10 meter, start de duikcomputer een countdown van drie minuten
voor een aanbevolen veiligheidsstop die moet worden gemaakt op een diepte tussen de
6 en 3 meter. In het middelste displaysegment verschijnt in plaats van de nultijd de
aanduiding STOP en een countdowntimer die terugtelt vanaf drie minuten.
24
Omstandigheden
Ideale omstandigheden
Risicofactoren van
toepassing/omstandigheden niet
ideaal
Meer risicofactoren van
toepassing/omstandigheden verre
van ideaal
plaats.
Gewenste tabellen
Standaard Suunto RGBM
(standaardinstelling)
Verlicht RGBM
Gewenste tabellen
Standaard
Behoudender
Voor
sommige
Effect
Effect RGBM maximaal
Effect RGBM weegt minder zwaar,
verhoogd risico!
duikers
of
onder
bepaalde