Onderhoud van het
maaidek
WAARSCHUWING
Als u de machine opkrikt en op slechts op de krik
laat steunen terwijl u onder het maaidek werkt,
bestaat de kans dat de krik omvalt zodat het
maaidek naar beneden valt waarbij u of omstanders
worden verpletterd.
Plaats de machine altijd op minstens 2 kriksteunen
als u de machine hebt opgekrikt.
VOORZICHTIG
Boven op het maaidek bevinden zich twee
verbindingen die zijn bevestigd aan het frame.
Deze verbindingen zitten vast aan een torsieveer
die onder spanning staat (Figuur 72). Als u de
verbindingen losmaakt, komt de opgeslagen energie
in de torsieveer vrij, waardoor de verbindingen in
beweging kunnen komen en daarbij handen of
vingers kunnen verwonden.
Wees voorzichtig als u het maaidek verwijdert van
het frame, en zet de verbindingen vast voordat u
deze losmaakt van het frame.
Figuur 72
1. Verbinding
Onderhoud van de
maaimessen
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor scherpe
maaimessen. Scherpe messen snijden het gras goed af
zonder het te scheuren of te kwetsen. Door scheuren en
kwetsen wordt het gras bruin aan de randen, waardoor
het langzamer groeit en gevoeliger is voor ziekten.
2. Torsieveer
Controleer elke dag of de maaimessen scherp zijn en of
ze versleten of beschadigd zijn. Slijp de messen indien
dit nodig is. Als een mes beschadigd of versleten is,
moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel
Toro-mes.
GEVAAR
Een versleten of beschadigd mes kan breken en een
stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de
richting van de gebruiker of omstanders en ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
• Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
• Vervang een versleten of beschadigd mes.
Controleer de messen om de 8 bedrijfsuren.
Vóór controle en onderhoud van de
maaimessen
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de gashendel op Langzaam, schakel de motor uit,
verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat
u de bestuurdersstoel verlaat.
De maaimessen controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Controleer de snijranden (Figuur 73). Als de
snijranden niet scherp zijn of inkepingen vertonen,
moet u de messen verwijderen en deze slijpen. Zie
Maaimessen slijpen.
2. Controleer de messen, met name het gebogen
deel (Figuur 73). Als u beschadiging, slijtage of
groefvorming in dit deel constateert (Figuur 73),
moet u het mes direct vervangen.
62