Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Casio CTK-671 Gebruiksaanwijzing pagina 72

Inhoudsopgave

Advertenties

Probleem
Geen verandering in het volume
bij verandering in druk op de kla-
viertoetsen.
Bij spelen van het keyboard klin-
ken twee tonen.
Verschillende tonen klinken bij in-
drukken van klaviertoetsen in an-
dere bereiken.
De sleutel of de stemming komt
niet overeen bij spelen met een an-
der MIDI toestel.
Delen vallen plotseling weg tij-
dens weergave van het melodie-
geheugen.
Sommige delen worden in het ge-
heel niet weergegeven tijdens
weergave van het melodiegeheu-
gen.
Automatische begeleiding of het
ritme kunnen niet worden opge-
nomen.
Er gebeurt niets bij indrukken van
de LAYER of SPLIT toets.
Er wordt geen geluid geprodu-
ceerd tijdens weergave van MIDI
data via een computer.
Spelen op het toetsenbord produ-
ceert een onnatuurlijk geluid bij
aansluiting op een computer.
Akkoordbegeleidingsdata kan
niet opgenomen worden met een
computer.
D-70
Mogelijke oorzaak
De aanslagvolumefunctie is uitgescha-
keld.
De lagenfunctie is ingeschakeld.
De splitsfunctie is ingeschakeld.
1. De stem- of transponeerparameter
staat ingesteld op een andere waar-
de dan 00.
2. Instellingen voor ruwweg en
fijnstemmen van de mixer en/of
octaafverschuiving zijn waarden
anders dan 00.
Het aantal melodieën dat tegelijkertijd
wordt weergegeven overschrijdt de
beperkingen van het keyboard.
1. Kanalen zijn uitgeschakeld.
2. De instelling van het volume is te
laag.
Een ander spoor dan spoor 1 is inge-
steld als opnamespoor.
De sporen 2 - 6 zijn melodiesporen.
1. Eén of meer van de melodiekanalen
(2 – 4) is uitgeschakeld.
2. De instelling van het volume van
één of meer van de melodiekanalen
(2 – 4) is te laag.
3. De opnamestandbyfunctie is inge-
schakeld
1. De MIDI kabels zijn niet juist aan-
gesloten.
2. Het kanaal is uitgeschakeld of het
volume staat te laag ingesteld.
De MIDI Thru functie van de compu-
ter is ingeschakeld.
Het begeleiding MIDI uitgangssignaal
(Accomp MIDI Out) is uitgeschakeld.
Handeling
Druk op de TOUCH/TRANSPOSE/
SETTING toets om deze in te schake-
len.
Druk op de LAYER toets om de lagen-
functie uit te schakelen.
Druk op de SPLIT toets om de splits-
functie uit te schakelen.
1. Verander de waarde van de stem-
of transponeerparameter naar 00.
2. Zet de instellingen voor ruwweg en
f i j n s t e m m e n
e n / o f
octaafverschuiving in op 00.
Schakel onnodige kanalen uit en ver-
minder het aantal delen dat wordt
weergegeven m.b.v. de mixer.
1. Schakel de kanalen in m.b.v. de
mixer.
2. Controleer de instelling van het vo-
lume m.b.v. de mixer.
Stel spoor 1 in m.b.v. de spoorkeuze-
toetsen.
1. Schakel de kanalen 2 – 4 in m.b.v.
de mixer.
2. Verhoog het volume van de kana-
len 2 t/n 4 m.b.v. de mixer.
3. De LAYER en SPLIT toetsen kunnen
niet worden gebruikt tijdens opne-
men en opnamestandby.
1. Sluit de MIDI kabels op de juiste
wijze aan.
2. Schakel het kanaal in of verhoog het
volume m.b.v. de mixer.
Schakel de MIDI Thru functie uit bij de
computer of schakel de lokale bedie-
ning (Local Control) uit bij het key-
board.
Schakel het begeleiding MIDI uit-
gangssignaal (Accomp MIDI Out) in.
Zie
pagina
Pagina D-61
Pagina D-59
Pagina D-59
Pagina D-62
Pagina D-37
Pagina D-35
Pagina D-35
Pagina D-36
Pagina D-47
Pagina D-35
Pagina D-36
Pagina D-46
Pagina D-66
Pagina
D-35, 36
Pagina D-65
Pagina D-65
703A-D-072A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave