Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Boot Sequence (Opstartvolgorde) - Dell OptiPlex 780 Onderhoudshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor OptiPlex 780:
Inhoudsopgave

Advertenties

Hiermee geeft u op hoe de client het IP-adres verkrijgt.
Client DHCP
Hiermee geeft u het IP-adres van de client op.
Client IP
Het standaard-IP-adres is 255.255.255.255.
OPMERKING:
Hiermee geeft u het subnetmasker voor de client op.
Client
SubnetMask
De standaardinstelling is 255.255.255.255.
OPMERKING:
IP.
Hiermee geeft u het gateway-IP-adres van de client op.
Client Gateway
(Gateway van
client)
De standaardinstelling is 255.255.255.255.
OPMERKING:
IP.
Hier wordt de huidige licentiestatus weergegeven.
License Status
(Licentiestatus)
POST Behavior (POST-gedrag)
Fast Boot (Snel
opstarten)
NumLock LED (Led-
lampje van
NumLock)
POST Hotkeys
(POST-hotkeys)
Keyboard Errors
(Toetsenbordfouten)
System Logs (Systeemlogboeken)
BIOS Events (BIOS-
gebeurtenissen)

Boot Sequence (Opstartvolgorde)

Deze functie stelt u in staat om de opstartvolgorde voor apparaten te wijzigen.
Option Settings (Opties)
Onboard USB Floppy Drive (Geïntegreerd USB-diskettestation): de computer probeert op te starten vanaf het
Static IP (Vast IP-adres)
DHCP (standaardinstelling)
Als u Client IP wilt instellen, moet u Client DHCP instellen op Static IP.
Als u Client SubnetMask wilt instellen, moet u Client DHCP instellen op Static
Als u Client SubnetMask wilt instellen, moet u Client DHCP instellen op Static
Wanneer deze optie is ingeschakeld (standaardinstelling), wordt uw computer sneller gestart
omdat bepaalde configuraties en tests worden overgeslagen.
Hiermee schakelt u de NumLock-functie bij het starten van de computer in of uit.
Wanneer deze optie is ingeschakeld (standaardinstelling) worden de numerieke en
mathematische functies bovenaan de toetsen geactiveerd. Wanneer deze optie is uitgeschakeld,
worden de cursorbesturingsopties die onderaan op de toetsen staan, geactiveerd.
Met deze optie kunt u aangeven welke functietoetsen moeten worden weergegeven op het
scherm wanneer de computer wordt gestart.
Enable F2 = Setup (F2 inschakelen = System Setup-programma, standaard
ingeschakeld)
Enable F12 = Boot menu (F12 inschakelen = Opstartmenu, standaard ingeschakeld)
Hiermee schakelt u in of uit of toetsenbordfouten worden gemeld wanneer de computer wordt
gestart.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Hiermee wordt het systeemlogboek weergegeven en beschikt u over de volgende
mogelijkheden:
Clear Log (Logboek wissen)
Mark all Entries (Alle gebeurtenissen markeren)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave