Nadere bijzonderheden over het programmaverloop
Centrifugeren
Toerental eindcentrifugeren
Wanneer u een programma kiest, ver-
schijnt in het display altijd het maximale
centrifugetoerental voor dit programma.
Het eindcentrifugetoerental kan ver-
laagd worden.
Het is echter niet mogelijk om een eind-
centrifugetoerental in te stellen dat ho-
ger is dan het maximale eindcentrifuge-
toerental dat in het programma-over-
zicht is aangegeven.
Centrifugeren tussen de spoelgangen
Het wasgoed wordt na de hoofdwas en
tussen de Spoelgangen gecentrifu-
geerd. Als het eindcentrifugetoerental
wordt verlaagd, wordt ook het centrifu-
getoerental bij het spoelen verlaagd.
Het centrifugeren tussen de spoel-
gangen en het eindcentrifugeren
overslaan
Raak de sensortoets aan.
Na de laatste spoelgang wordt het wa-
ter weggepompt en wordt de anti-kreuk
ingeschakeld.
32
Spoelstop kiezen (eindcentrifugeren
uitschakelen)
Raak de sensortoets (spoelstop)
aan.
Het wasgoed blijft na de laatste spoel-
gang in het water liggen. Daardoor
kreukt het wasgoed minder wanneer u
het niet direct na het einde van het pro-
gramma uit de wasmachine haalt.
Eindcentrifugeren starten na spoel-
stop
In de display brandt de sensortoets met
het maximale toerental fel. U kunt het
toerental veranderen. De sensor-
toets Start/Stop knippert.
Raak de knipperende sensor-
toets Start/Stop aan.
Het eindcentrifugeren vindt nu plaats.
Programma beëindigen na spoelstop
Raak de sensortoets Start/Stop
2 keer aan en houd deze bij de 2e
keer ingedrukt totdat de tijdsaandui-
ding naar springt.
De wasmachine pompt het waswater
af. Het programma is beëindigd.
Kreukbeveiliging
De trommel draait nog maximaal 30 mi-
nuten na afloop van het programma om
kreukvorming te voorkomen. De was-
machine kan op elk moment worden
geopend.
Bij enkele programma's is er geen
kreukbeveiliging na afloop van het
programma.