Aanvoerwatertemperatuur: Modulatie
#
Code
[A.3.1.1.5]
[805]
Modulatie aanvoerwatertemperatuur:
▪ 0 (Nee): Uitgeschakeld
▪ 1
aanvoerwatertemperatuur
berekend op basis van het verschil
tussen
kamertemperatuur en de werkelijke
kamertemperatuur.
Op deze manier kan de warmtepomp
beter voldoen aan de werkelijk
benodigde capaciteit, waardoor de
warmtepomp minder dikwijls moet
starten en stoppen en het systeem
aldus zuiniger werkt.
Aanvoerwatertemperatuur: Afgiftesysteem
#
Code
[A.3.1.1.7]
[90B]
Reactietijd van het systeem:
▪ 0 (Snel) (standaard)
Voorbeeld: Klein watervolume en
kleine ventilatorconvectoren.
▪ 1 (Langzaam)
Voorbeeld:
grote vloerverwarminglussen.
Afhankelijk van het
systeemwatervolume en het type van
warmteafgiftesystemen kan het langer
duren om een ruimte te verwarmen.
Deze instelling kan een langzaam of
een snel verwarmingssysteem
compenseren door de capaciteit van de
unit aan te passen tijdens de
verwarmcyclus.
5.2.6
Het warm tapwater regelen
#
Code
[A.4.1]
[60D]
Warm tapwater Instelpuntstand:
▪ 0
warmhouden is toegestaan.
▪ 1 (Warmh + gprog) (standaard): Idem
als 2, maar warmhouden is toegestaan
tussen de geplande verwarmcycli.
▪ 2 (Uitsl geprog): De tank voor warm
tapwater kan ALLEEN volgens een
programma opgewarmd worden.
[A.4.3.1]
Nvt
Hoe moet de tanktemperatuur op de
gebruikersinterface weergegeven
worden?
▪ Als een temperatuur.
60°C
▪ Als een grafiek: de temperatuur wordt
weergegeven als beschikbaar warm
water voor x personen. Indien u dit
kiest, moet u tevens configureren welk
cijfer
overeenstemt
[A.4.3.2.1]~[A.4.3.2.6]:
4
EGSQH10S18AA9W
Daikin Altherma geothermische warmtepomp
4P3517471C – 2014.03
Beschrijving
(Ja):
Geactiveerd.
De
wordt
de
gewenste
Beschrijving
Groot
watervolume,
Beschrijving
(Uitsl
warmhoudn):
Enkel
met
welke
temperatuur
in
#
Code
[A.4.5]
[60E]
De maximumtemperatuur die gebruikers
kunnen selecteren voor het warm
tapwater. U kunt deze instelling
gebruiken om de temperatuur uit de
warmwaterkranen te beperken.
INFORMATIE
Er wordt geadviseerd de selectie ([60D]=0, [A.4.1] Warm
tapwater Instelpuntstand=Uitsl warmhoudn) NIET te
gebruiken.
De kans dat te weinig verwarmingscapaciteit is en dus
comfortproblemen
voorkomen,
regelmatig warm tapwater bereid wordt of regelmatig
langdurige
ruimteverwarmingsonderbrekingen
voordoen).
5.2.7
Contact/helpdesknummer
#
Code
[6.3.2]
Nvt
Nummer waarnaar gebruikers kunnen
bellen wanneer problemen zich
voordoen.
5.3
De geavanceerde configuratie/
optimalisatie
5.3.1
De ruimteverwarming: geavanceerd
Vorstbescherming kamer
OPMERKING
Als Auto noodwerking op Handm ([A.5.1.2]=0) is ingesteld
en de unit wordt getriggerd om het noodbedrijf te starten,
zal de gebruikersinterface eerst hiervoor een bevestiging
vragen vooraleer te starten. Als de gebruiker NIET
bevestigt, zal de vorstbescherming van de kamer NIET
worden ingeschakeld.
5.3.2
De instellingen voor de warmtebronnen
Automatische noodstop
Indien de warmtepomp weigert te werken, kan de back
upverwarming als noodverwarming werken en al dan niet
automatisch de volledige warmtebelasting overnemen. Wanneer de
automatische noodfunctie is ingeschakeld en een warmtepomp stop
met werken wegens een storing, zal de backupverwarming
automatisch de warmtebelasting overnemen. Wanneer er zich een
storing voordoet in de warmtepomp terwijl de automatische
noodstop niet is ingeschakeld, stoppen het aanmaken van warm
tapwater en het verwarmen van ruimten en moet het systeem
handmatig worden hersteld. De gebruikersinterface zal u dan vragen
of de backupverwarming de volledige warmtebelasting al dan niet
moet overnemen. Als er zich een storing in de warmtepomp
voordoet, zal
op de gebruikersinterface verschijnen. Indien
niemand gedurende langere periodes in het huis aanwezig is,
adviseren wij instelling [A.5.1.2] Auto noodwerking op Automat in te
stellen.
#
Code
[A.5.1.2]
Nvt
Bepaalt of de backupverwarming
automatisch de volledige
warmtebelasting overneemt of dit eerst
handmatig bevestigd moet worden
wanneer zich een noodsituatie voordoet.
▪ 0: Handm (standaard)
▪ 1: Automat
5 Configuratie
Beschrijving
is
groot
(wanneer
zich
Beschrijving
Beschrijving
Installatiehandleiding
19