Procedure
1
Zorg ervoor dat de schaal 10 aangeeft en laat de gebruiker op
de loopbrug staan. (Afb. 12)
2
Laat de gebruiker zijn of haar gewicht op de prothese rusten
en bevestig of de buigfunctie goed werkt.
PUNT 1
→Zie
3
Laat de gebruiker twee verschillende niveaus van buigsterkte
voelen door de schaal als volgt in te stellen.
(1) Schaalaflezing 0* (sterkste schaal)
(2) Schaalaflezing 15 (zwakste schaal)
*
De aflezing "0" is waar de schroef volledig gesloten is door met de klok
mee te draaien.
4
Stel de regelschroef nauwkeurig af, met aflezing 10 als ijkpunt,
en kies een gewenst niveau van sterkte.
PUNT 2
→Zie
PUNT 1
Hoe de buigfunctie te verkrijgen
Er zijn drie methoden beschikbaar, afhankelijk van de toepassing van het
lichaamsgewicht:
A
Wanneer het lichaamsgewicht op de hiel rust, kan de buigfunctie werken.
B
Wanneer het lichaamsgewicht op de teen rust, kan de buigfunctie niet
werken.
C
De hydraulische weerstand is ondersteund nadat het lichaamsgewicht
volledig op de hiel rust, waarbij de gebruiker het lichaamsgewicht naar de
teen verplaatst, terwijl de buigfunctie behouden blijft.
A
Yielding ON
B
C
OFF
Verandering van lichaamsgewicht
Ondersteund
ON
ON
Afb. 12
18