4
Draai de dop op de batterijhouder met een muntstuk los en verwijder de batte-
rij. (afb. 23 en afb. 24).
Dop
Afb. 23 Verwijderen van de batterijdop
5
Plaats een nieuwe batterij in de batterijhouder.
Opmerking: Als u de batterij plaatst, moet u de batterijdraad uitlijnen met
6
Plaats de dop terug op de batterijhouder en zet hem goed vast.
7
Installeer de binnenklem op het frame.
Opmerking: Plaats bij het installeren van de binnenklem de batterijaan-
8
Bevestig de bevestigingsschroef.
Draai de schroef vast tot de kop iets onder het frameoppervlak komt en breng de
buitenste klem aan. Te vast aandraaien kan de batterijhouder onder druk zetten
en dus de batterij beschadigen.
LET OP
9
Steek de batterijaansluiting in de aansluiting van de printplaat (afb. 21).
• Sluit de programmeerunit aan en voer een reset uit.
• Bevestig of de reset juist is uitgevoerd door naar het werkingsgeluid van de mo-
tor te luisteren. Bij de juiste reset, zal de motor binnen een korte tijd stoppen.
LET OP
Opmerking: Als de motor niet stopt, voer dan de reset opnieuw uit. (Het risico
Binnenklem
Batterijhouder
de gleuf van de binnenklem. [Als de batterij aan de ommezijde
wordt geplaatst, dan kan de batterij niet volledig ingevoegd
worden (afb. 24)].
sluiting op het bovenste oppervlak van de printplaat zoals ge-
toond in afb. 22.
bestaat dat de batterijvoeding abnormaal veel verbruikt wordt.)
Lithiumbatterij
Afb. 24 Verwijderen van de batterij
38