Het afstellen van de rolstoel
Handremmen
Om de handremmen af te stellen,
draait u de schroeven (1) aan de
bovenzijde van de klembeugel (2),
met behulp van een 5mm
inbussleutel iets los. Draai de
schroeven een ¼ slag tegen de
klok in los. Herhaal dezelfde
procedure met de andere van de
twee schroeven (Fig. 31). Draai de
schroeven zover los tot de klem vrij
kan schuiven. Schuif de klem in de
richting van het achterwiel totdat de
rempen (3) in vergrendelde
toestand ongeveer 4mm in de band
(4) drukt. Draai de schroeven weer
vast met een aanhaalmoment van
15Nm. Sommige afstellingen van
de handrem kunnen uitgevoerd
worden zonder de klem te
verplaatsen. Om af te stellen, draait
u de twee schroeven, als boven
beschreven los. Schuif de montage
pen (5) voorwaarts of achterwaarts,
en draai de pen in de correcte
hoekpositie. De rempen moet in
vergrendelde toestand ongeveer
4mm in de band drukken. Draai de
schroeven weer vast met een
aanhaalmoment van 15Nm.
2
4
Fig. 31
Waarschuwing:
Als de handremmen goed afgesteld
zijn, voorkomen zij dat de
achterwielen gaan draaien wanneer
de rolstoel stilstaat. Stel de
handremmen altijd opnieuw af
wanneer u veranderingen
aangebracht heeft aan de positie
van de achteras, zodat de rempen,
in vergrendelde positie, ongeveer
4mm in de band drukt.
3 1
1
3
5
GPV-LIJN Uitgave 3