Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening van het roterende voorzetstuk
Bedieningswijze van het roterend voorzetstuk
A—Verzameltrommel
B—Verzamelpunten
C—Roterende messen
Het maakt niet uit op welke wijze het roterend voorzetstuk
het gewas benadert - dit kan zowel rij-afhankelijk
als rij-onafhankelijk. Het gewas kan hierdoor op de
meest efficiënte wijze worden geoogst. Er ontstaan
geen gaten waardoor stengels kunnen ontsnappen.
De snel roterende messen (C) snijden alle stengels
af binnen de werkbreedte. De stengels passeren de
langzaam draaiende verzameltrommels (A) via de
verzamelpunten (B). De stengel wordt gegrepen door
de rij geleidingstanden (F), net als bij een grijper. Door
de voorwaartse beweging van de verzameltrommel (A)
wordt het gewas tegen de geleidingstanden (F) gedrukt,
waardoor de stengels via de geleiders en afstrijkers (G)
D—Gewas in lengterichting
E—Invoertrommel
45-1
F— Invoertanden
G—Geleiders en afstrijkers
naar de geleidingstrommel (E) worden meegevoerd. Hier
komt het afgesneden gewas tegen de geleidingstanden
(F) van de geleidingstrommels (E), waardoor de stengels
netje in lengterichting (D) worden gebundeld, voordat
ze naar de invoerrollen van de veldhakselaar worden
gevoerd.
BELANGRIJK: Alle aanwijzingen in de
gebruikshandleiding van de veldhakselaar
met betrekking tot gewichten, aandrijfsnelheid
van het roterend voorzetstuk, bodemgeleiding
en de koppeling van het aanbouwframe
precies opvolgen.
H—Invoerbeugel
KM00321,000052A -18-14NOV11-1/1
032322
PN=58
Advertenties
Inhoudsopgave
