10. Schuif het moederbord weg van het voorpaneel en uit het chassis.
De systeemkaart installeren
KENNISGEVING:
Kijk bij vervanging van de systeemkaart naar de kaart en vergelijk de nieuwe kaart met de bestaande, om zeker te weten dat u het
juiste onderdeel hebt.
N.B.
Soms zitten onderdelen en connectoren op vervangingsborden op andere plekken dan de overeenkomstige connectoren op de bestaande
systeemkaart.
N.B.
De jumperinstellingen op vervangende systeemkaarten zijn fabrieksinstellingen.
1. Zet onderdelen van de huidige systeemkaart over naar de vervangende systeemkaart, indien van toepassing.
2. Plaats het moederbord op de juiste wijze door de schroefgaten op het moederbord uit te lijnen met de schroefgaten op het chassis.
3. Plaats de schroeven terug waarmee het moederbord aan het chassis is bevestigd.
4. Plaats de processor terug (zie
5. Sluit alle kabels weer aan op de het moederbord (zie
6. Installeer de warmteafleiding van de processor opnieuw (zie
7. Plaats het achterpaneel terug (zie
8. Plaats eventuele extra componenten terug die u van de systeemkaart hebt verwijderd.
9. Plaats de stationskooi weer terug (zie
10. Plaats de computerbehuizing terug (zie
11. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
12. Flash zo nodig de BIOS van de computer.
N.B.
Raadpleeg voor informatie over het flashen (bijwerken) van de BIOS van uw computer de Dell Support-website: support.dell.com.
Terug naar inhoudsopgave
De processor
vervangen).
Bestanddelen van de
De warmteafleider
Het achterpaneel
installeren).
De stationskooi
installeren).
De computerbehuizing
installeren).
systeemkaart).
installeren).