3. Inbedrijfstelling & Gebruik
Lees de veiligheidsvoorschri昀琀en en gebruiksaan-
wijzingen grondig door voordat u met de machi-
ne gaat werken.
Draag an琀椀sliplaarzen 琀椀jdens het werken met de
machine om uitglijden te voorkomen.
Maaikophoogte instellen
1
Verwijder de bout en glijschotel aan de
onderzijde van de maaikopsamenstelling
met een imbussleutel. Bepaal vervolgens
op welke hoogte u de quick-lock maaikop
wilt plaatsen. U kunt de dunne vulschij-
ven verplaatsen naar boven of onder de
kop. Plaats ringen boven de kop om de
maaihoogte in te korten en plaats ringen
onder de maaikop om de maaihoogte ho-
ger te maken. Plaats de glijschotel weer
onder het geheel en draai vast.
Maaidraad vervangen
1
Verwijder eerst de oude draad. Gebruik
uw vingers of een tang en trek de draden
via de korte uitstekende stukjes draad,
door de kop totdat ze uit de kop zijn.
2
LET OP! Zorg dat u de holle zijde van de
vulringen al琀椀jd naar boven richt bij plaat-
sen op de as en zorg dat u de moer op
de quick-lock maaikop al琀椀jd naar onder
plaatst bij montage. Verder dient u al琀椀jd
ten minste één grote vulschijf boven aan
de as te plaatsen voor u de quick-lock
maaikop plaatst.
2
Duw vervolgens de nieuwe draden er
weer in vanuit de invoerzijde (gaten met
langwerpige uitsparing) en duw door tot-
ze 2 cm uitsteken aan de andere zijde van
de kop. Test of de draden vast zi琀琀en door
Draag handschoenen 琀椀jdens het werken met de
machine om uw handen te beschermen tegen
blaren e.d.
Draag een gehoorbescherming 琀椀jdens het wer-
ken met de machine om gehoorschade te voor-
komen.
even aan de lange uitstekende zijde te
trekken.
14