Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Algemene Voorwaarden; Veiligheidsveld En Nadering; Uitlijnen Van De Sensoren - schmersal SLB450 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Veiligheidsfotocellen

3. Montage

3.1 Algemene voorwaarden

De volgende regels gelden als preventieve waarschuwingen om een
veilige en correcte werking en behandeling te garanderen Deze regels
zijn een essentieel onderdeel van de veiligheidsmaatregelen en moeten
bijgevolg ten alle tijde nageleefd worden
• De BWS mag niet gebruikt worden bij machines die in geval
van nood niet elektrisch gestopt kunnen worden
• De veiligheidsafstand tussen de BWS en een gevaarlijke
machinebeweging moet steeds in acht genomen worden
• Bijkomende beschermvoorzieningen moeten zo geïnstalleerd
worden dat men het veiligheidsveld moet binnendringen om
de gevaarlijke machineonderdelen te bereiken
• De BWS moet zodanig geïnstalleerd worden dat het
personeel bij het bedienen van de machine zich altijd binnen
de detectiezone van de veiligheidsvoorziening bevindt Een
foutieve installatie kan tot zware verwondingen leiden
• Sluit nooit de beide uitgangen aan op +24 VDC Als de
uitgangen op +24 VDC aangesloten worden, bevinden zij zich
in AAN toestand en kunnen zij een gevaarlijke situatie aan de
toepassing/machine niet stoppen
• De veiligheidsinspecties moeten regelmatig uitgevoerd worden
• De BWS mag niet aan brandbare of explosieve gassen
blootgesteld worden
• De aansluitkabels moeten volgens de installatie-instructies
aangesloten worden
• De bevestigingsschroeven van de eindkappen en de
bevestigingshoeken moeten vast aangespannen zijn

3.2 Veiligheidsveld en nadering

Bijkomende beschermvoorzieningen moeten garanderen dat
men het veiligheidsveld moet binnendringen om de gevaarlijke
machineonderdelen te bereiken
De BWS moet zodanig geïnstalleerd worden dat het personeel bij het
bedienen van de te beveiligen gevaarlijke machineonderdelen zich altijd
binnen de detectiezone van de veiligheidsvoorziening bevindt

3.3 Uitlijnen van de sensoren

Procedure
1 De zender en ontvanger moeten parallel ten opzichte van elkaar en
op dezelfde bevestigingshoogte gemonteerd worden
2 Draai eerst de zender en dan de ontvanger zo dat hun
frontafdekkingen tegenover elkaar staan, tot de geïntegreerde
signaallamp groen (bedrijfsmodus automatisch) of geel
(bedrijfsmodus herstartblokkering) gaat branden
3 Lijn zender en ontvanger zo uit dat zij ongeveer in het midden van de
hoekzone voor een groene of gele aanduiding staan Fixer de positie
met de beide schroeven aan de bevestigingshoek

3.4 Instelmodus

In deze bedrijfsmodus wordt de signaalsterkte door gele lichtimpulsen
van de signaallamp weergegeven Des te beter de uitlijning, des te
hoger de frequentie van de lichtimpulsen De uitlijning is optimaal als de
lichtimpulsen permanent branden
Als er geen optische synchronisatie tussen de zender en de ontvanger
bestaat, wordt elke drie seconden een lichtimpuls uitgezonden
De instelmodus wordt door het uitschakelen van de voedingsspanning
beëindigd
Activeren van de instelmodus met kabelaansluiting 5-polig
Als tijdens de start van het systeem aan de ingang "Vrijgave" minstens
2 seconden lang een spanning van +24V aanwezig is (bijv door het
drukken van de vrijgaveknop), dan start de ontvanger in de instelmodus
U kunt de toets loslaten zodra de aanduiding verandert van rood in geel
Activeren van de instelmodus met kabelaansluiting 4-polig
Als bij de start van het systeem aan de uitgang "OSSD 1" gedurende
minstens 2 seconden een spanningn van +24V aanwezig is, dan start
de ontvanger in instelmodus
Als de instelmodus geactiveerd wordt met 24V aan OSSD
1, dan mogen de uitgangen OSSD 1 en OSSD 2 niet met de
machine of de machinebesturing verbonden zijn
Activeren van de instelmodus met adapterkabel KA-0977
Sluit de adapterkabel op het toestel aan Houd de geïntegreerde toets
ingedrukt en schakel de voedingsspanning in U kunt de toets loslaten
zodra de aanduiding verandert van rood in geel
Geïntegreerde instelhulp (alleen SKB450)
De ontvanger beschikt achter de frontafdekking over een geïntegreerde
LED als uitlijnhulp die het optische detectiebereik van de ontvanger
zichtbaar maakt De lichtimpulsen van de uitlijnhulp zijn alleen zichtbaar
als de observeerder zicht binnen het detectiebereik bevindt De zender
moet gemonteerd worden op een plaats, van waaruit de geïntegreerde
uitlijnhulp goed zichtbaar is
Zodra de ontvanger een signaal van de zender herkent, verandert het
aantal uitgezonden lichtimpulsen
2 impulsen geen ontvangst
3 impulsen zwakke ontvangst
4 impulsen voldoende ontvangst
5 impulsen optimale ontvangst
Instellen van de reikwijdte van de zender (alleen SLB450)
Aan de zender kan door de aansluitconfiguratie de werking voor twee
reikwijdtebereiken ingesteld worden
Reikwijdte
0,3 m tot 18 m
2
3
1
+ 2 4 V D C
0 V D C
Worden systemen met een grote reikwijdte geconfigureerd
maar met kleinere afstand (< 12 m) gebruikt, dan bestaat er
gevaar voor de gebruiker door omspiegeling
Na de systeemstart wordt de ingestelde straalcodering eerst
aan de geïntegreerde signaallamp weergegeven door een
overeenkomstig aantal lichtimpulsen
Als er na een pauze van twee seconden een volgende impuls
komt, is de zender voor grote reikwijdte geconfigureerd
NL
SLB440
SLB450
Reikwijdte
12 m tot 75 m
4
2
3
1
+ 2 4 V D C
0 V D C
4
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Slb440

Inhoudsopgave