2.14 Beschermgas
Ga voorzichtig om met de gasfles met beschermgas. Houd rekening met de risico's
OPMERKING!
verbonden aan de omgang met en het gebruik van gecomprimeerd gas. Gebruik altijd een
cilindertransportunit en bevestig de gasfles op een veilige wijze.
Er zijn allerlei leveranciers van kwaliteitsbeschermgassen voor lastoepassingen. Zorg ervoor
dat u het juiste gas selecteert voor uw toepassing. FastMig-producten maken gebruik van
lasprogramma's voor synergisch lassen en pulslassen. Deze programma's zijn gemaakt en
aanbevolen voor een specifiek beschermgas.
Beschermgas bepaalt de lasprestaties en is een fundamentele component van de algehele
laskwaliteit.
De stroomsnelheid van het beschermgas uit het laspistool wordt ingesteld aan de
OPMERKING!
hand van de toepassing, lasverbinding, het gastype en de vorm en afmetingen van het mondstuk.
Voor het lassen moet de stroomsnelheid met een met een Flow op het gasmondstuk gemeten
worden . Normaal ligt deze waarde tussen 10 – 20 liter per minuut bij vele lastoepassingen.
2.14.1 Gasfles installeren
Bevestig de gasfles in verticale stand in een speciale houder tegen de wand of op de
transportunit. Sluit de kraan van de gasfles na het lassen.
Onderdelen van de gasstroomregelaar
1
1.
Gasfleskraan
2.
Stroomregelschroef
3.
Bevestigingsmoer
4.
Slangaansluiting
5.
Moer slangaansluiting
6.
Gasfles drukmeter
7.
Debietmeter beschermgas
© Kemppi Oy / 1520
20
15
10
5
l/min
6
3
7
2
5
4
NL
15