4
Beveiligingsfuncties
Beveiligd functieslot 2.0
Met de functie Beveiligd functieslot beperkt u
de openbare toegang tot de volgende
machinefuncties:
PC-printen
USB Direct Print
Kopiëren
Fax Tx
Fax Rx
Scannen
Met deze functie kunt u ook toegang tot
menu-instellingen beperken om te
voorkomen dat gebruikers de
standaardinstellingen wijzigen.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt,
moet u eerst een beheerderswachtwoord
invoeren.
Toegang tot beperkte handelingen kan
worden geactiveerd door het creëren van een
beperkte gebruiker. Beperkte gebruikers
moeten een gebruikerswachtwoord invoeren
om de machine te gebruiken.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime
plaats op. Als u het wachtwoord vergeten
bent, moet u het wachtwoord resetten dat in
de machine is opgeslagen. Voor meer
informatie over het resetten van het
wachtwoord, neemt u contact op met uw
Brother-leverancier.
Opmerking
• U kunt de functie Beveiligd functieslot
handmatig instellen via het
bedieningspaneel of met Beheer via een
webbrowser. Wij raden u Beheer via een
webbrowser aan om deze functie te
configureren. Raadpleeg de
netwerkhandleiding op de cd-rom voor
meer informatie.
30
• Alleen beheerders kunnen beperkingen
instellen en wijzigingen aanbrengen voor
4
iedere gebruiker.
• Wanneer het Beveiligde functieslot aan
staat, kunt u alleen 1.Contrast en
7.Voorblad inst. gebruiken in het
faxmenu.
Als Fax Tx is gedeactiveerd, kunt u geen
enkele functie in het faxmenu gebruiken.
• Ontvang pollen wordt alleen geactiveerd
wanneer zowel Fax Tx als Fax Rx zijn
geactiveerd.
Het beheerderswachtwoord
instellen
Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt,
is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt
gebruikt om gebruikers in te stellen en om
Beveiligd functieslot aan of uit te zetten. (Zie
Beperkte gebruikers instellen op pagina 32
en Beveiligd functieslot aan-/uitzetten
op pagina 33.)
a
Druk op Menu, 1, 8, 1.
b
Toets een viercijferig nummer voor het
wachtwoord in met behulp van de cijfers
0-9. Druk op OK.
c
Voer het wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm
Nogmaals: wordt weergegeven.
Druk op OK.
d
Druk op Stop/Eindigen.
4
4