Hoofdstuk 8
Nummers opslaan
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen:
ééntoetsnummers, snelkiezen, en
groepsnummers voor faxen. U kunt ook de
standaardresolutie voor ieder
ééntoetsnummer en snelkiesnummer
specificeren. Wanneer u een
snelkiesnummer kiest, geeft het LCD-scherm
de opgeslagen naam of het opgeslagen
nummer weer. Een scanprofiel kan ook
worden opgeslagen samen met het
faxnummer.
De snelkiesnummers die in het geheugen zijn
opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom
uitvalt.
Een scanprofiel bestaat uit de resolutie en
andere scaninstellingen die u kiest wanneer u
een nummer opslaat. U zult bijvoorbeeld
worden gevraagd om standaard, fijn,
superfijn of foto te selecteren als u de
Fax/Tel-optie hebt geselecteerd. Als u de e-
mailoptie hebt geselecteerd, zult u worden
gevraagd om Z/W 200 dpi, Z/W 200x100 dpi,
Grijs 100 dpi, Grijs 200 dpi, Grijs 300 dpi,
Kleur 100 dpi, Kleur 200 dpi, Kleur 300 dpi of
Kleur 600 dpi te selecteren.
Een pauze opslaan
Druk op Herkies/Pauze om een pauze van
3,5 seconden tussen de nummers in te
lassen. U kunt zo vaak als nodig is op
Herkies/Pauze drukken om de pauze langer
te maken.
64
Eéntoetsnummers opslaan
8
De machine heeft 20 ééntoetsnummers
waaronder u 40 fax- of telefoonnummers kunt
opslaan om ze automatisch te kunnen
kiezen. Om nummers 21 tot 40 te kiezen,
houdt u Shift ingedrukt terwijl u op de
voorkeurstoets drukt.
a
Druk op de voorkeurstoets waaronder u
een nummer wilt opslaan.
Als een nummer daar niet is
opgeslagen, wordt Nu registreren?
weergegeven op het LCD-scherm.
Druk op 1 om Ja te selecteren.
b
Druk op a of b om F/T, E-Mail of IFAX
te selecteren.
Druk op OK.
c
Kies een van de onderstaande opties:
Voer het nummer in (maximaal 20
cijfers) als u F/T hebt geselecteerd.
8
Druk op OK.
Voer het e-mailadres in (maximaal
60 tekens) als u E-Mail of IFAX
hebt geselecteerd. Gebruik het
schema in Tekst invoeren
op pagina 191 om u te helpen bij het
invoeren van de letters.
Druk op OK.
8
8