5
Geef aan hoe u langs de route wilt navigeren:
• Selecteer Vooruit - bakboord om de route te volgen
vanaf het vertrekpunt bij het maken van de route naar
links van de oorspronkelijke route.
• Selecteer Vooruit - stuurboord om de route te volgen
vanaf het vertrekpunt bij het maken van de route naar
rechts van de oorspronkelijke route.
• Selecteer Achteruit - bakboord om de route te volgen
vanaf het bestemmingspunt bij het maken van de route
naar links van de oorspronkelijke route.
• Selecteer Achteruit - stuurboord om de route te volgen
vanaf het bestemmingspunt bij het maken van de route
naar rechts van de oorspronkelijke route.
6
Selecteer OK indien nodig.
Er wordt een magenta lijn weergegeven. Een dunnere paarse
lijn in de magenta lijn geeft de gecorrigeerde koers van uw
huidige positie naar de bestemming aan. De gecorrigeerde
koers is dynamisch en beweegt met uw boot mee wanneer u
van de koers afwijkt.
7
Controleer de koers die met de magenta lijn wordt
aangegeven.
8
Volg de magenta lijn langs elk traject van de route, vermijd
land, ondiep water en andere obstakels.
9
Wanneer u van de koers bent afgeweken, volg dan de
paarse lijn (gecorrigeerde koers) om naar uw bestemming te
gaan of ga terug naar de magenta lijn (directe koers).
Een opgeslagen route verwijderen
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Routes en Auto
Guidance paden.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Bekijk > Wis.
Alle opgeslagen routes verwijderen
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Wis
gebruikergegevens > Routes en Auto Guidance paden.
Auto Guidance
WAARSCHUWING
De functie Auto Guidance is gebaseerd op elektronische
kaartgegevens. De gegevens garanderen niet dat de route vrij is
van obstakels en dat deze diep genoeg is. Let tijdens het volgen
van de koers altijd goed op en vermijd land, ondiep water en
andere obstakels die u onderweg kunt tegenkomen.
Een magenta lijn op de kaartplotter is alleen bedoeld als
algemene routebegeleiding of om de juiste kanalen te
herkennen. Deze is niet bedoeld om precies te worden gevolgd.
Neem altijd de navigatiekenmerken en omstandigheden op het
water in acht als u navigeert om te voorkomen dat u aan de
grond loopt of er gevaarlijke situaties optreden, hetgeen kan
resulteren in schade aan het vaartuig, persoonlijk letsel of
overlijden.
OPMERKING: In sommige gebieden is Auto Guidance
beschikbaar bij premiumkaarten.
U kunt Auto Guidance gebruiken om de beste route naar uw
bestemming in kaart te brengen. Auto Guidance gebruikt uw
kaartplotter om kaartgegevens, zoals waterdiepte en bekende
obstakels, te scannen en op basis daarvan een route te
berekenen en voor te stellen. U kunt de route onderweg
wijzigen.
Een Auto Guidance route instellen en volgen
1
Selecteer een bestemming
2
Selecteer Navigeren naar > Auto Guidance.
3
Controleer de route die met de magenta lijn wordt
aangegeven.
Navigatie met een kaartplotter
(Bestemmingen, pagina
16).
4
Selecteer Start navigatie.
5
Volg de magenta lijn en vermijd daarbij land, ondiep water en
andere obstakels.
OPMERKING: Als u de functie Auto Guidance gebruikt, geeft
een grijs gedeelte op de magenta lijn aan dat de functie Auto
Guidance een deel van de Auto Guidance lijn niet kan
berekenen. Dit wordt veroorzaakt door de instellingen voor
een veilige, vrije doorvaart bij een minimale waterdiepte en
obstakelhoogte.
Een Auto Guidance route maken en opslaan
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Routes en Auto
Guidance paden > Nieuw > Auto Guidance.
2
Selecteer een beginpunt en vervolgens Volgende.
3
Selecteer een bestemming en daarna Volgende.
4
Selecteer een optie:
• Als u een obstakel wilt bekijken en de route in de buurt
daarvan wilt wijzigen, selecteert u Gevaren weerg.
• Als u de route wilt wijzigen, selecteert u Pad aanpassen
en volgt u de instructies op het scherm.
• Als u de route wilt wissen, selecteert u Annuleer Auto
Guidance.
• Als u de route wilt opslaan, selecteert u OK.
Een opgeslagen Auto Guidance route wijzigen
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Routes en Auto
Guidance paden.
2
Selecteer een route en vervolgens Bekijk > Wijzig > Pad
aanpassen.
TIP: Als u een Auto Guidance route volgt, selecteert u de
route op de navigatiekaart en daarna Pad aanpassen.
3
Selecteer een locatie op de route.
4
Sleep het punt naar een nieuwe locatie.
5
Selecteer zo nodig een punt en kies Verwijder.
6
Selecteer OK.
De uitvoering van een Auto Guidance berekening
annuleren
Selecteer in de navigatiekaart Menu > Annuleer.
TIP: U kunt Terug selecteren om de berekening snel te
annuleren.
Een getimede aankomst instellen
U kunt deze functie op een route of een Auto Guidance route
gebruiken om te worden geïnformeerd op welk tijdstip u
aankomt op een geselecteerd punt. Op die manier kunt u timen
op welk tijdstip u aankomt op een locatie, bijvoorbeeld een brug
die opengaat of de startlijn van een race.
1
Selecteer vanuit de navigatiekaart Menu.
2
Selecteer Navigatieopties > Getim. aank..
TIP: U kunt het menu Getim. aank. snel openen door een
punt te selecteren op de route of Auto Guidance route.
Configuraties van Auto Guidance routes
VOORZICHTIG
De instellingen voor Voorkeursdiepte en Vrije doorvaarthoogte
zijn van invloed op de manier waarop de kaartplotter een Auto
Guidance route berekent. Als de waterdiepte of de
obstakelhoogte in een gebied niet bekend is, wordt geen Auto
Guidance route berekend voor dat gebied. Als een gebied aan
het begin of einde van een Auto Guidance route minder diep is
dan de Voorkeursdiepte of lager dan de instellingen voor Vrije
doorvaarthoogte, wordt er afhankelijk van de kaartgegevens wel
of geen Auto Guidance route berekend voor dat gebied. De
koers door deze gebieden wordt op de kaart weergegeven als
een grijze lijn of een lijn met magenta en grijze lijnen. Er wordt
19