Bereik
Bodem
Structuur
Vis
FrontVü echoloodweergave
De Panoptix FrontVü echoloodweergave vergroot uw kennis van
de situatie door obstakels onder water te tonen, tot maximaal
91 meter (300 feet) voor de boot.
Wanneer u sneller vaart dan 8 knopen, kan het FrontVü
echolood minder goed aanvaringen voorkomen.
Als u de FrontVü echoloodweergave wilt bekijken, moet u een
compatibele transducer, zoals een PS21 transducer, installeren
en aansluiten. U moet mogelijk de software van de transducer
bijwerken.
Panoptix LiveScope
™
Deze sonarweergave toont een live beeld van wat zich voor of
onder de boot bevindt en kan worden gebruikt om vissen en
structuren te zien.
Dieptegegevens
Zwevende doelen of vissen
Bodem van het water
Het transducertype selecteren
Voordat u het transducertype kunt selecteren, moet u weten
welk transducertype u in uw bezit hebt.
Deze kaartplotter is compatibel met een aantal verschillende
transducers, zoals de Garmin ClearVü
beschikbaar zijn op www.garmin.com/transducers.
Als u een transducer aansluit die bij de kaartplotter is geleverd,
moet u mogelijk het transducertype instellen om de sonar
correct te laten functioneren.
1
Selecteer vanuit een sonarweergave Menu >
Echoloodinstelling > Installatie > Transducermodellen.
2
Selecteer de te wijzigen transducer.
3
Selecteer een optie:
• Als uw transducer in de lijst staat, selecteert u deze.
• Als u een transducer met dubbele bundel voor frequenties
van 200 of 77 kHz hebt, selecteert u Dubbele bundel
(200/77 kHz).
• Als u een transducer met dubbele frequentie voor
frequenties van 200 of 50 kHz hebt, selecteert u Dub.
frequen. (200/50 kHz).
Een echoloodbron selecteren
Deze functie is mogelijk niet op alle modellen beschikbaar.
Viszoeker met echolood
Sonarweergave
™
transducers die
Als u meerdere echoloodgegevensbronnen gebruikt voor een
bepaalde echoloodweergave, kunt u de voor die
echoloodweergave te gebruiken bron selecteren. Als u
bijvoorbeeld twee bronnen hebt voor Garmin ClearVü, kunt u de
te gebruiken bron selecteren in de Garmin ClearVü
echoloodweergave.
1
Open de echoloodweergave waarvoor u een andere bron wilt
gebruiken.
2
Selecteer Menu > Echoloodinstelling > Bron.
3
Selecteer de bron voor deze echoloodweergave.
Naam van een sonarbron wijzigen
U kunt de naam van een sonarbron wijzigen om die bron
gemakkelijk te herkennen. U duidt de transducer op de boeg
van uw boot bijvoorbeeld aan met de naam "Boeg".
Als u de naam van een bron wilt wijzigen, moet u de
sonarweergave voor de bron openen. Als u bijvoorbeeld de
naam van de Garmin ClearVü sonarbron wilt wijzigen, moet u de
Garmin ClearVü sonarweergave openen.
1
Selecteer in de sonarweergave Menu > Echoloodinstelling
> Bron > Wijzig naam bronnen.
2
Voer de naam in.
Een via-punt maken in het echoloodscherm
1
Sleep het scherm of selecteer
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer Nieuw Via-punt of
4
Bewerk zo nodig de via-puntgegevens.
De weergave van echoloodgegevens
pauzeren
Selecteer in een echoloodweergave .
Echoloodgeschiedenis weergeven
U kunt historische echoloodgegevens in een echoloodweergave
bekijken.
OPMERKING: Niet alle transducers slaan historische
echoloodgegevens op.
1
Sleep het scherm naar rechts in een echoloodweergave.
2
Selecteer Terug om de geschiedenis af te sluiten.
Echoloodgegevens delen
Deze functie is mogelijk niet op alle kaartplottermodellen
beschikbaar.
U kunt via het Garmin Marine Network de echoloodgegevens uit
alle compatibele bronnen bekijken. U kunt echoloodgegevens
bekijken uit een compatibele, externe echoloodmodule, zoals
een GCV
™
echoloodmodule. Bovendien kunt u de
echoloodgegevens bekijken van andere kaartplotters met een
ingebouwde echoloodmodule.
Elke op het netwerk aangesloten kaartplotter kan
echoloodgegevens afkomstig van op het netwerk aangesloten
compatibele echoloodmodules en transducers weergeven,
ongeacht waar de kaartplotters en transducers op uw boot zijn
geïnstalleerd. Op bijvoorbeeld een transducer met Garmin
ClearVü die achterin de boot is geïnstalleerd, kunt u de
echoloodgegevens bekijken via de voorin de boot geplaatste
GPSMAP 922.
Bij het delen van echoloodgegevens worden de waarden van
sommige echoloodinstellingen, zoals Bereik en Versterking,
gesynchroniseerd tussen de toestellen in het netwerk. De
waarden van andere echoloodinstellingen, zoals de Presentatie
instellingen, worden niet gesynchroniseerd en dienen te worden
geconfigureerd op elk afzonderlijk toestel. Bovendien worden de
schuifsnelheden van de verschillende traditionele en Garmin
in een echoloodweergave.
.
27