Ondiep water
MERK OP
Laat de gekantelde buitenboordmotor
niet boven een snel stationair toerental
draaien. Houd de waterinlaten steeds
onder water zodat de motor niet overver-
hit raakt.
Stel de stand van de buitenboordmotor af
binnen het tiltbereik voor varen in ondiep
water.
1
1. Waterinlaten
Tilten
Met dit tiltbereik kan de bestuurder de
buitenboordmotor tilten om voldoende ruimte
te krijgen om de boot te laten stranden, af te
meren, te water te laten of te transporteren.
Tiltgrens
Zie Afregelingen op pagina 68 als uw
buitenboordmotor
motorruimte raakt.
009057
tijdens
het
tilten
Handmatige ontlastingsklep
Indien
nodig
handmatig omhoog of omlaag worden getilt
met de ontlastingsklep.
WAARSCHUWING
Houd iedereen uit de buurt van de bui-
tenboordmotor als u de deblokkerings-
schroef losdraait. De buitenboordmotor
kan plotseling en met kracht naar bene-
den vallen. Vergeet niet de deblokke-
ringsschroef naar rechts vast te draaien
nadat u de buitenboordmotor omlaag
hebt gezet. Door de schroeven aan te
spannen worden de botsingsbescher-
ming van de buitenboordmotor en de
stuwkracht in achteruit weer in werking
gesteld.
1) Draai de deblokkeringsschroef langzaam
(ca. 31/2 toeren) in tegenwijzerzin, totdat
ze lichtjes de borgveer raakt.
2) Zet de buitenboordmotor weer in de juiste
stand.
3) Zet de handmatige ontlastingsklep vast om
de buitenboordmotor in de nieuwe stand te
laten staan.
de
Deblokkeringsschroef
T
,
RIMMEN
TILTEN EN BESTUREN
kan
de
buitenboordmotor
009059
35