Volg de toepasselijke winterbergingsprocedu-
re voor uw buitenboordmotor nauwgezet:
• Afstandsbediening
• Afstandsbediening met voetgas
U kunt zien of uw buitenboordmotor in de
wintermodus staat, wanneer de motor snel
stationair draait en:
• Op de ICON- of I-Command-meters (indien
aanwezig) wordt een winterklaarmelding
weergegeven.
• De SystemCheck-lampjes gaan knipperen
(indien aanwezig).
Voorbereiding
De winteruitrusting van uw buitenboordmotor
kan in het water gebeuren. Wanneer u de
winteruitrusting in het water uitvoert, moet
u erop letten dat de waterinlaatroosters
volledig onder water zitten.
1) Stabiliseer de brandstofvoorraad van uw
motor. Voeg 2+4 Fuel Conditioner toe
volgens de instructies op de bus. Vul de
brandstoftank.
2) Als u de winteruitrusting op een trailer
uitvoert, moet u de schroef verwijderen.
Bevestig de tuinslang aan de spoelpoort en
draai de kraan open. Zie Doorspoelen op
pagina 50.
3) Draai het contactslot in de uitstand.
4) Zet de hendel(s) in de volledig open,
voorwaartse gasstand.
Afstandsbediening voor montage op de
kompasstandaard (weergegeven)
5) Draai de contactsleutel op de aanstand en
wacht minimaal drie seconden.
6) Probeer de buitenboordmotor binnen drie
seconden drie keer te starten (de starter
pakt niet of de buitenboordmotor slaat niet
aan).
7) Zet de hendel op NEUTRAAL en start de
buitenboordmotor(en).
8) Laat de buitenboordmotoren minimaal drie
seconden stationair draaien.
9) Probeer met draaiende buitenboordmoto-
ren de buitenboordmotor binnen drie se-
conden drie keer te starten (de starter pakt
niet of de buitenboordmotor slaat niet aan).
10)Door de afstandsbediening wordt naar
elke buitenboordmotor de winterklaarmel-
ding verzonden. Alleen werkende buiten-
boordmotoren worden winterklaar gemaakt.
11)De buitenboordmotoren worden automa-
tisch uitgeschakeld wanneer het proces
voltooid is.
Tijdens het winterklaarmaakproces worden
door de afstandsbediening alle gas- en scha-
kelhandelingen genegeerd. De bediening re-
ageert wel op uitschakelings- en nood-
stopopdrachten.
Trim de buitenboordmotor voor opslag geheel
naar beneden. Als de buitenboordmotor ge-
kanteld moet worden opgeslagen, VERZE-
KERT u zich ervan dat het koelsysteem
volledig is geleegd, VOORDAT u kantelt.
Controles voor het begin van het
seizoen
Haal uw motor uit de opslag en maak hem
gereed zodat er weer een tijd probleemloos
mee gevaren kan worden. Ga de hele motor
langs en voer wat preventief onderhoud uit.
Controleer op losgemaakte of verwijderde
componenten. Vervang beschadigde of ont-
brekende onderdelen door Evinrude Genuine
Parts of kwalitatief gelijkwaardige onderde-
len. Controleer de tandwielkast op lekkage.
Als er een duidelijk lek is, de tandwielkastaf-
dichtingen vervangen. Zie Onderhoudsop-
merking op pagina 59.
BELANGRIJK: Smeerolie voor tandwielkas-
009076
ten is dik en helder. Verwar deze niet met
motorolie, die normaal op de skeg te zien is
nadat de procedure voor langdurige berging
is uitgevoerd.
Anticorrosie-anodes —
verkeren. Zie Anodes op pagina 50.
Opladen. Zie Accu op pagina 64.
Accu —
B
EWARING
Kijk in welke staat ze
55