OPMERKING: Beschadiging van de warmtewisselaar of
storing in de warmteproducent door niet geschikt anti-
vriesmiddel!
Niet geschikt of vervuild water kan slibvorming, corrosie
of verkalking tot gevolg hebben.
▶ Gebruik alleen door ons vrijgegeven antivriesmiddel.
▶ Antivries alleen conform de specificaties van de fa-
brikant van het antivriesmiddel gebruiken, bijvoor-
beeld voor wat betreft de minimale concentratie.
▶ Respecteer de voorschriften van de fabrikant van het
antivries voor wat betreft de regelmatig uit te voeren
controles en corrigerende maatregelen.
CV-wateradditieven
CV-wateradditieven, bijvoorbeeld corrosiebeschermingsmiddelen, zijn
alleen bij constante zuurstofbelasting nodig, die door andere maatrege-
len niet kan worden voorkomen. Informeer voor het gebruik bij de fabri-
kant van het additief naar de geschiktheid voor de warmteproducent en
alle andere materialen in de cv-installatie.
OPMERKING: Beschadiging van de warmtewisselaar of
storing in de warmteproducent door niet geschikte
cv-wateradditieven!
Niet geschikte cv-wateradditieven (inhibitoren of corro-
siebeschermingsmiddelen) kunnen schade aan de
warmteproducent en aan de cv-installatie veroorzaken.
▶ Gebruik het corrosiebeschermingsmiddel alleen
wanneer de fabrikant van het cv-wateradditief de ge-
schiktheid voor warmteproducenten van aluminium-
materialen en voor alle andere materialen in de
cv-installatie bevestigt.
▶ CV-wateradditieven alleen gebruiken conform de
specificaties van de fabrikant van het additief.
▶ Respecteer de voorschriften van de fabrikant van het
cv-wateradditief voor wat betreft de regelmatig uit te
voeren controles en corrigerende maatregelen.
Afdichtingsmiddelen in cv-water kunnen afzettingen in
de warmtewisselaar veroorzaken. Wij adviseren daarom
dergelijke middelen niet te gebruiken.
5.3
Ketel monteren
VOORZICHTIG: Schade aan de ketel door beschadi-
ging.
▶ De cv-ketel niet aan de klep van het bedieningspa-
neel of de rookgasafvoeradapter optillen.
OPMERKING: Schade aan de ketel door verkeerd tillen.
▶ De cv-ketel niet aan het bedieningspaneel of de rook-
gasafvoeradapter vastpakken, maar met één hand
aan de onderzijde en met de andere hand aan de bo-
venzijde van de cv-ketel.
De cv-ketel mag uitsluitend hangend aan de wand of aan
een bevestigingsprofiel worden gemonteerd. Bij een
lichte wandconstructie kan resonantie optreden.
▶ Controleer de draagkracht van de wand. De wand moet het ketelge-
wicht kunnen dragen.
▶ Breng indien nodig een sterkere constructie aan.
▶ Bepaal de montagehoogte ( hoofdstuk 2.10 "Afmetingen",
pagina 7).
GC9000iW – 6720821446 (2018/04)
▶ Teken met behulp van de steun en waterpas de boorgaten af [1].
▶ Boor de gaten overeenkomstig de plugafmetingen [2].
▶ Stop de meegeleverde pluggen in de boorgaten [3].
▶ Monteer de steun met 2 meegeleverde schroeven horizontaal [4].
▶ Til de ketel op met 2 personen aan de bovenzijde en onderzijde en
hang de ketel in de steun.
1
4
Afb. 13 Steun monteren
▶ Richt de ketel uit met de stelschroef [1] en een waterpas.
1
Afb. 14 Ketel uitrichten
5.4
Leidingen aansluiten
Indien nodig kan de transportbeveiliging [1] voor
eenvoudige montage worden verwijderd.
1
Afb. 15 Transportbeveiliging verwijderen
Installatie
2
3
6 720 646 391-047.1TD
6720813046-89.1TD
6720813052-64.1TD
13