Werking
terd tussen de motor en de klembeugel
wanneer de motor wordt getrimd of ge-
kanteld.
DWM00230
Lekkende brandstof zorgt voor brandge-
vaar. Draai de ontluchtingsschroef dicht
en zet de brandstofkraan in de gesloten
stand als de buitenboordmotor meer dan
een paar minuten wordt gekanteld. An-
ders zou er brandstof kunnen gaan lek-
ken.
DCM00231
●
Alvorens de buitenboordmotor te kan-
telen, moet de procedure die in dit
hoofdstuk in "Uitschakelen van de
motor"wordt beschreven, worden ge-
volgd. Kantel de buitenboordmotor
nooit als hij draait. Ernstige schade
door oververhitting kan daar het resul-
taat van zijn.
●
Kantel de motor niet omhoog door te-
gen de kantelhendel te duwen, want die
kan daardoor breken.
●
Hou de aandrijfeenheid altijd hoger dan
de propeller. Anders kan er water in de
cilinder lopen, met beschadiging tot ge-
volg.
●
De buitenboordmotor kan niet worden
gekanteld als hij in achteruit staat of als
hij 180° is gedraaid (tegen de achter-
kant).
DMU27965
Procedure voor het naar boven kan-
telen (modellen met handbediend
kantelmechanisme)
1.
Zet de schakelhendel in neutraal (indien
voorzien) en draai de buitenboordmotor
naar voor.
34
2.
Draai de stuurfrictieregelhendel aan
door hem naar rechts te draaien om te
voorkomen dat de buitenboordmotor vrij
kan draaien.
3.
Draai de ontluchtingsschroef vast.
4.
Draai de brandstofkraan dicht.
5.
Modellen uitgerust met kantelsteun-
stang: Houd de achterkant van de mo-
torkap of de draaghendel (indien voor-
zien) met één hand vast en kantel de
buitenboordmotor volledig omhoog tot