C.Fn-13
U kunt aan <0> een functie toewijzen die u veel gebruikt. Wanneer de
camera gereed is voor het maken van opnamen, drukt u op de knop <0>
om het instellingenscherm van de desbetreffende functie weer te geven.
0: Normaal (uitgeschakeld)
1: Beeldkwaliteit
Het instelscherm voor de beeldkwaliteit wordt weergegeven.
2: Flitsbelicht.compensatie
Het instelscherm voor de flitsbelichtingscorrectie wordt weergegeven.
3: LCD-monitor aan/uit
U kunt het LCD-scherm in- of uitschakelen.
4: Menuweergave
Het menuscherm wordt weergegeven.
5: Bel.comp. (vasth., S dr.)
U kunt de belichtingscorrectie instellen door aan het
hoofdinstelwiel <6> te draaien terwijl u <0> ingedrukt houdt.
Dit is handig wanneer u de belichtingscorrectie wilt instellen in
handmatige belichting <a> met ISO auto ingesteld.
6: Flits functie instellingen
Het scherm met functie-instellingen van de ingebouwde flitser of
externe flitser wordt weergegeven.
C.Fn-14
0: Display aan
Wanneer u de camera inschakelt, wordt het scherm Snel instellen
weergegeven (pag. 59).
1: Vorige status display
Wanneer u de camera inschakelt, wordt het LCD-scherm
weergegeven zoals dat was vlak voordat de camera voor het laatst
werd uitgeschakeld. Als u de camera uitschakelt wanneer het
LCD-scherm is uitgeschakeld, wordt niets weergegeven wanneer
u de camera weer inschakelt. Hierdoor spaart u de accu. U kunt
wel weer op de gebruikelijke wijze het menu gebruiken en
opnamen weergeven.
Wijs SET-knop toe
LCD-display bij inschakelen
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN
397