Inhoud
o Achterpaneel
q we r t y
A Luidsprekeraansluitingen (SPEAKERS)
Wordt gebruikt voor het aansluiten van luidsprekers. (v p. 14)
B TRIGGER OUT-aansluiting (TRIGGER OUT)
Wordt gebruikt voor het aansluiten van apparaten, uitgerust met
een triggerfunctie. (v p. 17)
C USB-ingang (USB 5 V/1 A)
Wordt gebruikt voor het aansluiten van USB-opslagapparaten.
(v p. 17)
D Analoge uitgang (PRE OUT)
Wordt gebruikt voor het aansluiten van externe versterkers.
(v p. 16)
E Analoge ingang (LINE IN)
Wordt gebruikt voor het aansluiten van apparaten, uitgerust met
analoge uitgangen. (v p. 18)
F Bridge-modusschakelaar (BRIDGE)
Wordt gebruikt voor het inschakelen van de bridge-instelling van de
versterker. (v p. 15)
Instelling
Gebruik
Probleemoplossing
u
G NETWORK-aansluitng
Wordt gebruikt voor het aansluiten van dit toestel op een bekabeld
ethernetnetwerk. (v p. 21)
H Digitale ingang (OPTICAL IN/COAXIAL IN)
Wordt gebruikt voor het aansluiten van apparaten, uitgerust met
digitale audio-uitgangen. (v p. 18)
I AC-ingang
Wordt gebruikt voor het aansluiten van het netsnoer. (v p. 20)
J Hoofdstroomschakelaar (POWER)
K knop RESET
Diverse instellingen worden opnieuw ingesteld naar de standaard
fabriekswaarden. (v p. 55)
10
Status-LED
Bijlage
i
o
Q0
Q1