Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Waarschuwing Voor Het Gebruik Van De Teststrips; Meten Van Uw Bloedglucosewaarde; Voordat U Gaat Testen; Waarschuwing Voor Het Gebruik Van De Meter - A.MENARINI GLUCOFIX TECH 2K Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

MEETEENHEID:
toont de meeteenheid van uw meter (mg/dL of
mmol/L voor glucose, kan niet gewijzigd worden;
alleen mmol/L voor β-ketonen).
TIJD:
toont de tijd (HH:MM, 12H AM/PM of 24H-formaat).
GEMIDDELDE:
toont de periode m.b.t. het weergegeven
gemiddelde (1, 7, 14, 30, 60 of 90 dagen – §6.2).
DATUM:
toont de datum (DD-MM-formaat).
MARKERINGSSYMBOLEN:
weergegeven bij markeren van een testresultaat
(§4.4) of bekijken van een gemarkeerd resultaat.
Vóór maaltijd-markering.
Na maaltijd-markering.
Sport-markering.
Vinkje.
GLUCOSESYMBOOL:
verschijnt wanneer de in het hoofdscherm
getoonde
glucosetestresultaten.
KETONENSYMBOOL:
verschijnt wanneer de in het hoofdscherm getoon-
de waarde betrekking heeft op β-ketonentestre-
sultaten, bij instellen van de drempel voor de waar-
schuwing β-ketonentest of, indien knipperend en
weergegeven na een glucosetest, om aan te geven
dat een β-ketonenmeting raadzaam is (§4.2).
VERKEERDE TEMPERATUUR-
SYMBOOL:
verschijnt bij testen buiten het toegestane
temperatuurbereik.
BATTERIJ LAAG-SYMBOOL:
verschijnt wanneer de batterij vervangen moet
worden (§8.3).
NFC-SYMBOOL:
verschijnt bij instellen van de functie NFC
(Near Field Communication) (§7.6) en wanneer
deze functie wordt ingeschakeld; knippert bij
dataverzending via NFC (§6.3.1).
CONTROLE (CTL):
geeft een controlevloeistoftest aan (§4.3).
2.2. Teststrip
Onderstaande afbeelding toont hoe de GLUCOFIX
TECH β-Ketone Sensor teststrips eruit zien. De GLUCOFIX
TECH β-Ketone Sensor is licht paars van kleur.
GLUCOFIX
®
DIT UITEINDE IN DE
METER INVOEREN

3. Voordat u gaat testen

3.1. Waarschuwing voor het gebruik van de meter

De datum en tijd zijn vooraf in de meter ingesteld. Controleer voor het eerste gebruik
of de datum en tijd correct zijn, en corrigeer de instellingen eventueel. Controleer altijd
de instellingen nadat u de batterij hebt vervangen (§8.3).
LET OP
● Voor nauwkeurige testresultaten, de meter 30 minuten in de volgende omgevingscon-
dities laten acclimatiseren alvorens uw bloedglucose- of ketonenwaarden te meten:
Glucosetest
- temperatuur: 5 tot 45 °C (41 tot 113 °F);
- luchtvochtigheid: 20 tot 90% RH (relatieve vochtigheid).
β-ketonentest
- temperatuur: 10 tot 40 °C (50 tot 104 °F);
- luchtvochtigheid: < 85% RH.
● Bewaar of gebruik de meter niet waar:
- er sterke temperatuurschommelingen zijn;
- de luchtvochtigheid hoog is en condensvorming veroorzaakt (badkamers,
droogruimtes, keukens, enz.);
- een sterk elektromagnetisch veld aanwezig is (dichtbij een magnetronoven,
mobiele telefoon, enz.).
● Gebruik de meter niet nadat hij in een vloeistof is gevallen of als er vloeistof in is
gekomen, ook niet indien opgedroogd.
● Raak de teststripopening van de meter niet met uw handen aan. Er is een thermische
sensor in de meter aangebracht om fouten tot een minimum te beperken.
● Sluit de datakabel niet aan op de data transfer port tijdens het testen. De meter
kan hierdoor beschadigd raken, en onnauwkeurige testresultaten opleveren.
waarde
betrekking
heeft
op
TECH Sensor en GLUCOFIX
®
®
TECH Sensor is wit, de
®
DRUPPEL BLOED/
CONTROLEVLOEISTOF
HIER AANBRENGEN
TESTVELD
● Breng geen bloed direct op de teststripopening van de meter aan.
● Deel uw meter niet met anderen om het risico van infecties te voorkomen.
● Hanteer uw meter met zorg; door harde schokken, bijvoorbeeld bij vallen, kan de
elektronica beschadigd raken.
● De meter voldoet aan de van toepassing zijnde vereisten voor elektromagnetische
compatibiliteit (EMC). U dient de meter echter niet te gebruiken bij mobile devices
of elektrische of elektronische apparaten die een elektromagnetische stralingsbron
vormen, aangezien hierdoor de correcte werking van de meter kan worden beïnvloed.

3.2. Waarschuwing voor het gebruik van de teststrips

LET OP
● Gebruik voor het testen met de GLUCOFIX
TECH β-Ketone Sensor teststrips. Gebruik geen
TECH Sensor of GLUCOFIX
®
andere teststrips, dit geeft onnauwkeurige resultaten.
● Gebruik de teststrips niet na hun vervaldatum. De vervaldatum is naast
het
symbool op het teststrippotje (glucoseteststrip) of op het foliezakje
(β-ketonenteststrip) aangegeven.
● Voor nauwkeurige resultaten, teststrips ten minste 30 minuten in de volgende
omgevingscondities laten acclimatiseren alvorens uw bloedglucose- of
ketonenwaarden te meten:
Glucosetest
- temperatuur: 5 tot 45 °C (41 tot 113 °F);
- luchtvochtigheid: 20 tot 90% RH.
β-ketonentest
- temperatuur: 10 tot 40 °C (50 tot 104 °F);
- luchtvochtigheid: < 85% RH.
● Gebruik de GLUCOFIX
®
TECH Sensor teststrips niet als 9 maanden of meer zijn
verstreken sinds het potje voor het eerst werd geopend.
● Gebruik geen natte of beschadigde teststrips.
● De teststrips zijn uitsluitend voor eenmalig gebruik. Gebruik geen teststrips die
reeds bloed of controlevloeistof hebben geabsorbeerd.
● Bewaar alle ongebruikte teststrips in het originele potje en sluit het onmiddellijk
weer goed af nadat u er een teststrip hebt uitgenomen, zodat de kwaliteit
behouden blijft. Breng ze niet over in een andere verpakking.

4. Meten van uw bloedglucosewaarde

4.1. Bloedmonster prikken
Lees de betreffende gebruiksinstructies voor informatie over hoe u de prikpen moet
gebruiken.
LET OP
● De prikplaats met water en zeep wassen en goed afdrogen alvorens een
bloeddruppel af te nemen.
● Deel dezelfde lancet of prikpen niet met anderen om het risico van infecties te
voorkomen.
● Gebruik altijd een nieuwe lancet. Lancetten zijn voor eenmalig gebruik. Gebruik
een reeds gebruikte lancet niet opnieuw.
4.1.1. Testen op alternatieve prikplaatsen (Alternative Site
Testing, AST)
Met deze meter kunt u de glucosewaarden testen
van bloed uit uw vingertop, handpalm en onderarm.
Testresultaten uit andere plaatsen dan de vingertop
kunnen echter afwijken van vingertopresultaten.
Raadpleeg uw arts of professionele zorgverlener
alvorens bloed uit de handpalm of onderarm te testen.
Gebruik bloed uit:
Als u gaat testen:
Vingertop, palm,
• Vóór maaltijden.
onderarm
• Twee uur of meer na maaltijden.
• Twee uur of meer na sporten.
Vingertop
• Wanneer de mogelijkheid bestaat dat uw bloedgluco-
sewaarden snel veranderen (bijv. na maaltijden of li-
chaamsbeweging)
• Wanneer u symptomen van hypoglykemie voelt zoals
transpireren, koud zweet, een zwevend gevoel of trillen
• Wanneer onmiddellijk testen noodzakelijk is i.v.m. ver-
moede hypoglykemie
• Als u zich niet goed voelt, zoals bij een neusverkoudheid, enz.

4.2. Testen van uw bloedglucose

1. Schuif een nieuwe GLUCOFIX
TECH Sensor (witte) teststrip in de teststripopening.
®
Het druppelsymbool begint te knipperen op het display en het glucosesymbool
"Glu" verschijnt in de linker onderhoek van het display. Indien er niets op het display
verschijnt, verwijder de teststrip dan, schuif hem opnieuw in de opening en wacht
tot het druppelsymbool gaat knipperen.
2
TECH 2K meter alleen GLUCOFIX
®
®

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave