Handeling
Weergave
BYP
ON
+
3 Sec.
ALAR
Draai
ON
HEAT
Draai
ON
SAO/*
Draai
o
xx
C
EAO /
Draai
xx
o
C
EAI*
Draai
xx
o
C
SAI /*
Draai
o
xx
C
AIR /
3
xx m
/h
Klik
APPL /
3 / 4
Klik
Display
Klik
VER1 /
x.xx
Klik
VER2 /
Draai
x.xx
Tabel 5.2 Functies van het service–/diagnoseniveau
Installatiehandleiding recoVAIR/3 0020041776_04
Betekenis
Bypass schakelt naar zomermo-
dus
De alarmuitgang is actief
(contact gesloten).
Niet actief
Weergave van de temperatuur
van de toevoerlucht (Supply Air
Out)
Weergave van de temperatuur
van de uitlaatlucht van de
vorstbeveiligingssensor (Ex-
haust Air Out)
Weergave van de temperatuur
van de afzuiglucht (Exhaust Air
In)
Weergave van de temperatuur
van de buitenlucht (Supply Air
In)
Weergave van de actuele lucht-
volumestroom in het ventilatie-
toestel. Door te draaien kunt u
het luchtvolume tijdens de test-
functie wijzigen.
Weergave van het toesteltype
3 = recoVAIR VAR 275/3
4 = recoVAIR VAR 350/3
Door te draaien kan het toestel-
type worden ingesteld.
Displaytest: alle symbolen op
het display worden weergege-
ven, niet alle symbolen hebben
een betekenis bij de recoVAIR.
Weergave van de softwarever-
sie van de afstandsbediening
Weergave van de softwarever-
sie van de printplaat recoVAIR
Terug naar het basisscherm
* Deze waarden kunnen alleen worden opgeroepen als
een bypass is geïnstalleerd.
5.1.3
Testen van de bypass en andere functies
Ga naar het service–/diagnoseniveau zoals beschreven
in hoofdstuk 5.1.2. Test achtereenvolgens alle functies
volgens tabel 5.2. Als de bypass niet is aangesloten of
een sensor defect is, verschijnt op de weergave het
symbool "–".
5.1.4
Reset naar fabrieksinstelling
• Druk gedurende 15 seconden op de toets P, om het re-
geltoestel weer op de fabrieksinstelling te zetten.
Op het moment dat de displayweergave twee keer op-
licht, is het regeltoestel volledig gereset naar de fa-
brieksinstelling. Dat betekent dat alle individuele in-
stellingen opnieuw moeten worden uitgevoerd.
5.1.5
Omschakeling van week– naar dagstand
De afstandsbediening is in de fabriek op een weekpro-
gramma gezet. Indien gewenst kan deze naar dagstand
worden omgezet.
• Druk 10 seconden op de toets F om de afstandsbedie-
ning op de dagstand te zetten.
5.2
Woonventilatiesysteem instellen
5.2.1
Werkwijze instelling
U moet er eerst voor zorgen dat de voor de woning be-
rekende totale luchtdoorvoercapaciteit door het sy-
steem wordt bereikt. Vervolgens stelt u de luchtdoor-
voercapaciteiten in de afzonderlijke woonvertrekken in.
Ten slotte stelt u de individuele luchtstroomverdeling
per woonvertrek in.
5.2.2 Totale luchtdoorvoercapaciteit instellen
Stel eerst het ingestelde luchtvolume dat is berekend in
de installatieplanning voor alle bedrijfsfuncties, in op de
afstandsbediening op installateurniveau. Volg daarvoor
de stappen in tabel 5.1 in hoofdstuk 5.1.1. Gegevens over
de instelwaarden vindt u in deze tabel.
h
Aanwijzing
De geplande luchtvolumes moeten in de dag-
stand (stand 2) worden bereikt, aangezien dit
de normale stand is.
Instellen van de luchtvolumes bij de installatie
1. Stel alle kleppen voor toevoer– en afzuiglucht in de
woonvertrekken op een gemiddelde opening van ca.
50 % in. Volg daarvoor de aanwijzingen in de ge-
bruiksaanwijzing van de fabrikant.
De luchtsnelheid mag op een afstand van 50 cm van
de klep slechts 1,5 m/s bedragen.
2. Zorg ervoor dat alle kleppen in eventueel aanwezige
luchtkanaalverdelers volledig zijn geopend.
3. Zet het woningventilatiesysteem op de afstandsbedie-
ning in de bedrijfsfunctie "Dagstand".
Inbedrijfstelling 5
31