De stoel monteren
1. Plaats het afstandsstuk met de grote binnendiameter en
de 2 borstbouten in de achterste gaten van de stoel
(Fig. 3).
2. Plaats de stoel op de stoelbasis door de 2 borstbouten
door de spiegaten aan het uiteinde van beide sleuven te
steken (Fig. 3).
3. Plaats het afstandstuk met de kleine binnendiameter
tussen de stoel en de stoelbasis en draai de 2 knoppen
en de 2 platte ringen (11/32 inch) in de voorste gaten
in de stoel (Fig. 3). Stel de stoel in en draai de
knoppen vast.
4. Leid de kabel en de connector van de stoelschakelaar
door de middelste opening in de stoelbasis. Druk de
connector van de stoelschakelaar helemaal in de
connector van de kabelboom (Fig. 3).
5. Bevestig de kabel van de stoelschakelaar aan de
opening in het spatscherm (Fig. 3).
1
6
2
9
5
7
Figuur 3
1. Stoel
2. Afstandsstuk-kleine
binnendiameter
3. Afstandsstuk-grote
binnendiameter
4. Borstbout
3
4
8
m–5081
5. Knop
6. Kabel en connector
7. Connector van kabelboom
8. Kabelklem
9. Platte ring, 11/32 inch
14
Voorwielen monteren
1. Haal de wielen uit het krat (Fig. 4).
2. Monteer een dunne ring (3/4 inch) op de as (Fig. 4).
3. Schuif het wiel op de as met het ventiel aan de
binnenkant (Fig. 4).
4. De langsspeling van het wiel moet 0 tot 0,4 mm zijn.
Plaats de opvulringen (indien nodig) en de dikke platte
ring (3/4 inch) op de as om het wiel de correcte
speling te geven.
5. Steek de borgpen door de as en buig de uiteinden van
de pen open (Fig. 4).
6. Druk de dop op het uiteinde van de as totdat deze
vastklikt op de ring (Fig. 4).
7. Doe hetzelfde aan de andere kant (Stappen 2–6).
8. Smeer de wiellagers.
7
2
1
m–7287
Figuur 4
1. Voorwiel
2. As
3. Opvulringen
4. Dikke ring, 3/4 inch
3
4
6
5
5. Dop
6. Borgpen
7. Dunne ring, 3/4 inch