Storingen opsporen en verhelpen
WAARSCHUWING
Om het risico van ernstig letsel te verminderen moet u
elke keer als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten
de Drukontlastingsprocedure op blz. 8 volgen.
Probleem
De pomp werkt niet.
Pomp werkt, maar weinig opbrengst bij
beide slagen.
Pomp werkt, maar weinig opbrengst bij
neergaande slag.
Pomp werkt, maar weinig opbrengst bij
opgaande slag.
Pomp werkt onregelmatig of gaat steeds
harder lopen.
* Om vast te stellen of de materiaalslang of het pistool verstopt is, ontlast u eerst de druk en haalt u de materiaalslang los.
Plaats een opvangbak bij de pompuitlaat om materiaal op te vangen. Voer net genoeg lucht toe om de pomp te starten
(ongeveer 0,14 tot 0,28 MPa [1,4 tot 2,8 bar]). Als de pomp start wanneer lucht wordt toegevoerd, zit de verstopping in
de materiaalslang of in het pistool.
10
307619
1.
2.
Oorzaak
Luchttoevoer geblokkeerd of
onvoldoende.
Onvoldoende luchtdruk; luchtkraan dicht
of verstopt, enz.
Geen materiaalaanvoer meer.
Luchtventiel beschadigd; slaat af.
Opgedroogd materiaal op
verdringerstang (103).
Luchttoevoer geblokkeerd of
onvoldoende.
Onvoldoende luchtdruk; luchtkraan dicht
of verstopt, enz.
Geen materiaalaanvoer meer.
Verstopte materiaalleiding of kraan, etc.
Pakkingmoer (104) te vast.
Te losse pakkingmoer (104) of versleten
pakkingen (114, 123).
Inlaatventiel blijft openstaan of is
versleten.
Zuigerklep sluit niet of versleten,
of pakkingen (115, 124) versleten.
Geen materiaalaanvoer meer.
Inlaatventiel blijft openstaan of is
versleten.
Zuigerklep sluit niet of versleten,
of pakkingen (115, 124) versleten.
Ontlast de druk.
Ga alle mogelijke problemen en oplossingen na, voordat
u de pomp uit elkaar gaat halen.
Zorg voor voldoende luchttoevoer.
Open, reinig (gebruik luchtfilter).
Vul bij; pomp alle lucht uit pomp en
materiaalleidingen.
Geef de luchtmotor een
onderhoudsbeurt (zie de meegeleverde
handleiding van de luchtmotor).
Reinig verdringerstang; controleer of
vervang halspakkingen (114, 123); stop
de pomp altijd onderin de slag en houd
de reservoir gevuld met een geschikt
oplosmiddel.
Zorg voor voldoende luchttoevoer.
Open, reinig (gebruik luchtfilter).
Vul bij; pomp alle lucht uit pomp en
materiaalleidingen.
Hef verstopping op*
(gebruik materiaalfilter).
Draai iets los (zie blz. 8).
Draai de pakkingmoer vaster
(zie blz. 8); vervang de halspakkingen.
Maak vrij; pleeg onderhoud. Zie blz. 12.
Maak vrij; pleeg onderhoud. Zie blz. 12.
Vul bij; pomp alle lucht uit pomp en
materiaalleidingen.
Maak vrij; pleeg onderhoud. Zie blz. 12.
Maak vrij; pleeg onderhoud. Zie blz. 12.
Oplossing