Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Machine Aankoppelen - Amazone AD-P 303 Super Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

6.1.2

Machine aankoppelen

a
F
F
Zaaicombinatie op de gebruikelijke wijze aan de
driepuntshefinrichting van de trekker bevestigen.
Onderste hefarmen en topstang volgens afbeelding
(Fig. 23) aansluiten. De pennen van de hefarmen
met overslagpennen borgen.
Topstang
Fig.
23/1)
grondbewerkingsmachine in werkstand horizontaal
staat en de topstang ongeveer evenwijdig aan de
onderste hefarmen (Fig. 23/2) verloopt of naar de
trekker enigszins naar beneden is gericht. Bij heffen
met de trekkerhydrauliek neigt de rotoregge dan
naar voren, waardoor de wals en de zaaimachine
voldoende bodemvrijheid hebben.
De machines zijn uitgerust met cat. II hefpennen
(Fig. 23/3) voor de
hefarmen.
Aan- en afbouw
Bij aanbouw van de machine moeten de veiligheidsvoorschriften voor
aangebouwde machines aan de hefinrichting van de tractor in acht
worden genomen.
De afstand tussen de aftakas van de trekker en de onderste
aankoppelpunten van de trekker is per trekkertype verschillend. Bij
trekkers met een geringe afstand is een kortere koppelas nodig dan bij
trekkers met een grotere afstand.
Als de trekker de combinatie, bestaande uit grondbewerkingsmachine,
naloopwals en zaaimachine, niet kan heffen, is het zinvol de topstang
aan de grondbewerkingsmachine zo laag mogelijk en aan de trekker zo
hoog mogelijk vast te maken. Hierdoor neigt de combinatie bij het
heffen niet zo sterk naar voren, soms zelfs iets naar achteren. De
combinatie kan dan met een geringer hefvermogen worden geheven.
Controleer
wel,
grondbewerkingsmachine, rol en zaaimachine voldoende vrij van de
grond te krijgen.
zo
instellen,
dat
topstang en de onderste
of
de
hefhoogte
de
Fig. 23
nog
voldoende
is
33
om

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ad-p 403 super

Inhoudsopgave