5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
5.3.5
Warmtapwaterpomp voor desinfectie
Opstelling
h
c
a
i
d
f
b
e
g
a
Binnenunit
b
Warmtapwatertank
c
Warmtapwaterpomp (ter plaatse te voorzien)
d
Verwarmingselement (ter plaatse te voorzien)
e
Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
f
Douche (ter plaatse te voorzien)
g
Koud water
h
UITGANG warm tapwater
i
Hercirculatieaansluiting
▪ De warmtapwaterpomp dient ter plaatse te worden voorzien en de
installatie ervan valt onder de verantwoordelijkheid van de
installateur.
▪ De temperatuur van de warmtapwatertank tot maximum 60°C
ingesteld worden. Indien de geldende wetgeving een hogere
desinfectietemperatuur voorschrijft, kunt u (zoals hoger getoond)
een warmtapwaterpomp en een verwarmingselement aansluiten.
▪ Indien de geldende wetgeving vereist dat de waterleidingen tot het
aftappunt gedesinfecteerd worden, kunt u een warmtapwaterpomp
en een verwarmingselement (indien nodig) zoals hoger getoond
aansluiten.
▪ Om een complete desinfectie te verzekeren, moet u het aftappunt
openen.
WAARSCHUWING
Wanneer
het
aftappunt
watertemperatuur oplopen tot 55°C.
Configuratie
De binnenunit kan de werking van de warmtapwaterpomp regelen.
Voor meer informatie, zie
"8 Configuratie" op
5.4
De energiemeting instellen
▪ Via de gebruikersinterface kunt u de volgende energiegegevens
aflezen:
▪ Geproduceerde warmte
▪ Verbruikte energie
▪ U kunt de energiegegevens aflezen:
▪ Voor de ruimteverwarming
▪ Om warm tapwater te produceren
▪ U kunt de energiegegevens aflezen:
▪ Per maand
▪ Per jaar
INFORMATIE
De berekende geproduceerde warmte en energieverbruik
zijn
bij
benadering,
gegarandeerd kan worden.
5.4.1
Geproduceerde warmte
INFORMATIE
De sensoren die gebruikt worden om de geproduceerde
warmte te berekenen, worden automatisch geijkt.
▪ De geproduceerde warmte wordt intern berekend op basis van:
▪ De aanvoerwatertemperatuur en de retourwatertemperatuur
▪ Het debiet
Uitgebreide handleiding voor de installateur
14
wordt
geopend,
kan
de
pagina 42.
daar
de
nauwkeurigheid
niet
▪ Instelling en configuratie: geen bijkomende apparatuur vereist.
5.4.2
Verbruikte energie
U kunt de verbruikte energie op de volgende manieren bepalen:
▪ Door het te berekenen
▪ Via metingen
INFORMATIE
U kunt deze manieren niet combineren: de verbruikte
energie berekenen (voor de back-upverwarming, bijv.) en
de verbruikte energie meten (voor de buitenunit, bijv.) gaat
dus
niet.
Als
u
dat
energiegegevens fout zijn.
De verbruikte energie berekenen
▪ Alleen van toepassing voor EHVZ04+08.
▪ De verbruikte energie wordt intern berekend op basis van:
▪ Het werkelijk opgenomen vermogen van de buitenunit
▪ De ingestelde capaciteit van de back-upverwarming
▪ De spanning
▪ In/opstelling en configuratie: om juiste energiegegevens te
bekomen, meet de capaciteit (door de weerstand te meten) en stel
de capaciteit via de gebruikersinterface in voor de back-
upverwarming (stap 1).
De verbruikte energie meten
▪ Toepasbaar op alle modellen.
▪ Deze manier heeft de voorkeur omdat ze nauwkeuriger is.
▪ Ze vereist wel externe energiemeters.
▪ Op/instelling en configuratie:
▪ Voor de kenmerken van elk type van meter, zie
gegevens" op
pagina 78.
▪ Wanneer elektrische-energiemeters gebruikt worden, stel het
aantal
pulsen/kWh
voor
gebruikersinterface. De gegevens over de verbruikte energie
voor het EHVZ16-model zullen alleen beschikbaar zijn indien
deze instelling geconfigureerd is.
INFORMATIE
Wanneer u het elektrische-energieverbruik meet, zorg
ervoor dat de elektrische-energiemeters de VOLLEDIGE
energietoevoer naar het systeem meten.
5.4.3
Elektrische voeding met normaal kWh-
tarief
Algemene regel
Eén energiemeter die het volledige systeem dekt, is voldoende.
Opstelling
Sluit de energiemeter aan op X5M/7 en X5M/8.
Energiemetertype
Indien...
▪ Monofasige buitenunit
▪ Back-upverwarming
geleverd
vanuit een monofasig raster
Driefasige buitenunit
toch
zou
doen,
zullen
"14 Technische
elke
energiemeter
in
via
Gebruik een... energiemeter
Monofasig
Driefasig
ERHQ+ERLQ011~016 + EHVZ16S18CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P401677-1A – 2016.02
de
de