Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dell OptiPlex 380 Onderhoudshandleiding pagina 6

Verberg thumbnails Zie ook voor OptiPlex 380:
Inhoudsopgave

Advertenties

SERR Messages (SERR-meldingen)
ImageServer
Lookup Method
(Opzoekmethode)
ImageServer IP (IP-adres
ImageServer)
ImageServer Port
(ImageServer-poort)
Client DHCP (DHCP client)
Client IP (IP-adres client)
Client SubnetMask
(Subnetmasker client)
Client Gateway (Gateway van
client)
License Status (Licentiestatus)
POST-gedrag
Fast Boot (Snel opstarten)
Wanneer deze optie is ingeschakeld (standaardinstelling), wordt uw computer sneller gestart omdat bepaalde configuraties
en tests worden overgeslagen.
NumLock LED (Led-lampje van
Hiermee schakelt u de NumLock-functie bij het starten van de computer in of uit.
NumLock)
Wanneer deze optie is ingeschakeld (standaardinstelling) worden de numerieke en mathematische functies bovenaan de
toetsen geactiveerd. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, worden de cursorbesturingsopties die onderaan op de toetsen
staan, geactiveerd.
POST Hotkeys (POST-
Met deze optie kunt u aangeven welke functietoetsen moeten worden weergegeven op het scherm wanneer de computer
sneltoetsen)
wordt gestart.
Keyboard Errors
Hiermee schakelt u in of uit of toetsenbordfouten worden gemeld wanneer de computer wordt gestart.
(Toetsenbordfouten)
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Bij aanmelding verschijnt een melding waarin de benodigde toetsaanslagvolgorde wordt weergegeven om het Manageability
Engine BIOS Extensions(MEBx)-setupprogramma te openen.
MEBx Hotkey (MEBx-sneltoets)
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Stel het maximale systeemgeheugen in dat het besturingssysteem mag laden tijdens de installatie. Als dit is ingeschakeld, is
het maximaal beschikbaar geheugen 256 MB RAM.
OS Install (Installatie van
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
besturingssysteem)
De reden hiervoor is dat sommige besturingssystemen de installatie niet zullen voltooien wanneer het systeemgeheugen
groter is dan 2GB.
Systeemlogboeken
Hiermee wordt het SERR-meldingsmechanisme ingesteld.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Voor sommige grafische kaarten is vereist dat het SERR-meldingsmechanisme is uitgeschakeld.
Hier geeft u aan hoe de ImageServer het adres van de server opzoekt.
Static IP (Vast IP-adres)
l
DNS
l
N.B.: U moet Integrated NIC (Geïntegreerde NIC) instellen op Enable with ImageServer (Inschakelen met
ImageServer) om de Lookup Method (Opzoekmethode) in te stellen.
Hiermee geeft u het primaire vaste IP-adres op van de ImageServer waarmee de clientsoftware communiceert.
Het standaard IP-adres is 255.255.255.255
N.B.: U moet Integrated NIC (NIC op kaart) instellen op Enable with ImageServer (Inschakelen met ImageServer) om
ImageServer IP (IP-adres van ImageServer) in te stellen.
Hiermee geeft u de primaire IP-poort op van de ImageServer waarmee de clientsoftware communiceert.
De standaard IP-poort is 06910.
Hiermee geeft u op hoe de client het IP-adres verkrijgt.
Static IP (Vast IP-adres)
l
DHCP (standaardinstelling)
l
Hiermee geeft u het vaste IP-adres van de client op.
Het standaard-IP-adres is 255.255.255.255.
N.B.: Als u Client IP (IP-adres client) wilt instellen, moet u Client DHCP (DHCP client) instellen opStatic IP (Vast IP-
adres)
Hiermee geeft u het subnetmasker voor de client op.
De standaardinstelling is 255.255.255.255.
N.B.: Als u Client SubnetMask (Subnetmasker client) wilt instellen, moet u Client DHCP (DHCP client) instellen op Static
IP (vast IP-adres)
Hiermee geeft u het gateway-IP-adres van de client op.
De standaardinstelling is 255.255.255.255.
N.B.: Als u Client SubnetMask (Subnetmasker client) wilt instellen, moet u Client DHCP (DHCP client) instellen op
Static IP (vast IP-adres)
Hier wordt de huidige licentiestatus weergegeven.
Enable F2 = Setup (F2 inschakelen = Instellingen) (standaardinstelling)
l
Enable F12 = Boot menu (F12 inschakelen = Opstartmenu) (standaardinstelling)
l

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave