2.8 Wachtwoord instellen
8.
[ ]/[ ]: "Modus"
9.
[Zorgen dat de ene unit een bezet-signaal ontvangt terwijl de andere in gesprek is]
[ ]/[ ]: "Bezet"
[Zorgen dat de ene unit een gesprek overneemt terwijl de andere in gesprek is]
[ ]/[ ]: "Oproepovernemen"
Zie Systeeminstel., blz. 156 voor meer informatie over de instelling.
Het wachtwoord voor de systeemprogrammeur is mogelijk vereist voor deze instel-
*1
ling. Raadpleeg uw systeemprogrammeur voor meer informatie. Zie "10.1.2 Teken-
tabel voor wachtwoord systeemprogrammeur", blz. 139 voor een overzicht van de
beschikbare tekens.
2.8 Wachtwoord instellen
Standaard is er geen wachtwoord ingesteld op de handset/bureautelefoon. U moet een
wachtwoord voor de handset/bureautelefoon (4 cijfers) instellen voordat u deze in ge-
bruik neemt. De onderstaande funkties kunt u pas uitvoeren na het instellen van een
wachtwoord:
• Vergrendeling telefoonboek (zie 7.2.6 Het handset-telefoonboek vergrendelen, blz.
110).
• "Handmatig&Pasw" of "Auto&Paswoord" voor Type Toetsslot (Zie Toets optie's, blz.
145.)
• Handset resetten (zie Overige opties, blz. 153).
Opmerking
• Om onbevoegd gebruik van dit product te voorkomen:
–stel een wachtwoord in dat uit willekeurige tekens bestaat en niet makkelijk te raden
is.
–wijzig het wachtwoord regelmatig.
• Maak een aantekening betreffende het wachtwoord, zodat u het niet vergeet.
Instellen
[In standby-modus]
1.
/
MENU
2.
KX-TPA60/KX-TPA65:
[ ]/[ ]/[ ]/[ ]:
KX-TPA68:
[ ]/[ ]: "Handset instel."
3.
[ ]/[ ]: "Overige opties"
74
OK
OK
/
OK
OK
OK
OK