Bevestig dat de strooiconstante nul is (geen decimale punt in de meterkalibratie) en voer een
meterkalibratie van 200 in. Voer nul voor het totale volume in. Laat de machine lopen en vang een
monster op dat groot genoeg is om nauwkeurig te worden gemeten en voer de volgende berekening
uit.
Meterkalibratie x Totale volume X Productdichtheid = Strooiconstante
Werkelijke volume
VOORBEELD:
Strooiconstante = 1560
Voer dit getal als de strooiconstante in en voer de productdichtheid als de meterkalibratie in, die nu
een decimale punt heeft.
OPMERKING:
3.
"METER CAL" (METERKALIBRA TIE) BEREKENEN
Productdichtheid in lb/kubieke ft [gram/cc] wordt onder de toets METER CAL
(METERKALIBRATIE) ingevoerd wanneer de strooiconstante wordt gebruikt.
OPMERKING:
4.
"RATE CAL" (DOSISKALIBRA TIE) BEREKENEN
De toe te passen dosis in lb/acre [kg/ha] wordt als de dosiskalibratie ingevoerd. Raadpleeg de
handleiding van de apparatuur om er te zeker van te kunnen zijn dat de geselecteerde
schuifopening met deze snelheid kan doseren.
OPMERKING:
10
Meterkalibratie
Totale volume
Gewicht van opgevangen materiaal = 128
Productdichtheid
= 200 x 200 = 312 x 50 = 1560
128
10
Controleer de strooiconstante door de procedure voor het
kalibreren van de strooiconstante in appendix 8 uit te voeren
alvorens op het veld te gaan strooien.
Om het systeem nauwkeuriger te maken bij het toepassen
van lage doses verplaatst u de decimale punt zoals
uitgelegd in CONSOLE PROGRAMMEREN.
De strooiconstante moet steeds opnieuw worden berekend
wanneer de schuifopening wordt veranderd.
39
= 200
= 200
= 50,0 lb/kubieke ft