OPSPOREN VAN STORINGEN
PROBLEEM
1)
GEEN DISPLAY MET VOEDING AAN.
2)
ER KAN GEEN CIJFER VIA HET
TOETSENBORD WORDEN INGEVOERD.
3)
"CAL" KNIPPERT OP CONSOLE
WANNEER MOTOR VAN VOERTUIG
WORDT GESTART.
4)
"CAL" KNIPPERT OP CONSOLE
WANNEER HOOFDSCHAKELAAR
AAN OF UIT WORDT GEZET.
5)
"CAL" KNIPPERT OP DISPLAY
WANNEER SNELHEID WORDT
VERANDERD.
6)
"TIJD" FUNCTIE IS INCORRECT OF
FLUCTUEERT.
7)
ER ONTBREKEN ÉÉN OF MEER
SEGMENTEN VAN ÉÉN CIJFER OP
HET DISPLAY.
8)
SNELHEID OP DISPLAY "0".
9)
SNELHEID INCORRECT OF ONSTABIEL 1)
(SNELHEIDSSENSOR VAN
WIELAANDRIJVING).
CORRIGERENDE MAATREGEL
1)
Controleer de zekeringen in de consolekabels.
2)
Controleer de accuaansluitingen.
3)
Controleer of de schakelaar
POWER werkt.
4)
Breng de console terug naar uw dealer om de
processorkaart te laten vervangen.
1)
Breng de console terug naar uw dealer om
het te laten vervangen.
1)
Controleer de accuspanning en accu -
aansluitingen.
1)
Controleer de accuspanning en accu-
aansluitingen.
1)
Controleer de accuspanning en accu-
aansluitingen.
1)
Controleer of console op continue voeding
is aangesloten.
2)
Breng de console terug naar de dealer om
de processorkaart te laten vervangen.
1)
Breng de console terug naar de dealer om
de LCD-displaykaart te laten vervangen.
1)
Controleer de connector van de
snelheidssensorkabel en stekker op
de snelheids- en giekknooppuntpennen.
2)
Reinig de pennen en contacten op
de connectoren van de snelheidssensorkabel.
3)
Als geen verlengkabel wordt gebruikt,
vervangt u de snelheidssensorschakelaar.
4)
Als een verlengkabel voor de
snelheidssensor wordt gebruikt,
raadpleegt u Appendix 4.
Voer een snelheidscontrole op een harde
weg uit.
Als de SNELHEID correct is,
onderzoekt u de snelheidssensor op een
ander wiel.
47