Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningsinstructies
8.
Wegschakelmechanisme instellen
8.1.
Rechtsdraaiend sluiten
Afb. 7: Elektrische aansluiting
Eindstand DICHT (zwart veld) instellen
Eindstand OPEN (wit veld) instellen
Indien een reductiekast is gemonteerd, moeten de eindaanslagen in de
reductiekast vóór het instellen van het wegschakelmechanisme ingesteld
zijn (zie bedieningsinstructies voor de reductiekast).
De hieronder vermelde beschrijving geldt voor de uitvoering "rechts-
draaiend sluiten", d.w.z. de aangedreven as draait bij het sluiten van de
afsluiter met de wijzers van de klok mee.
Aanduiding in het schakelschema:
APG- -AP... voor „rechtsdraaiend sluiten".
Afb. 8: Meld- en stuureenheid (hier als voorbeeld met schaalverdeling 1 tot 8)
B
A
.
Het handwiel met de wijzers van de klok meedraaien, tot de afsluiter is
.
gesloten.
Sluit via de wegschakelaar WSR een universeelmeter aan op de elektrische
aansluiting (afbeelding 7). Bij een standaarduitvoering worden daarvoor de
.
stekkerstiften A2 en A4 gebruikt (zie ook meegeleverde aansluitschema).
Instelspindel A (afbeelding 8) continu ingedrukt houden en met behulp
van een schroevendraaier in de richting van de pijl draaien; daarbij op
schakelnok B letten.
Onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar ratelen springt de schakelnok B
steeds 90° verder, totdat de wegschakelaar WSR bediend wordt. De aan-
gesloten universeelmeter meldt het aanspreken van de microschakelaar.
Vervolgens niet meer draaien en de instelspindel loslaten.
Indien per ongeluk te ver gedraaid is (ratelen na het verder springen van
de schakelnok), de instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de
instellingsprocedure herhalen.
Let op: instelspindel A moet na de instellingsprocedure door veerkracht
weer terugspringen.
.
Het handwiel tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien, tot de
.
afsluiter geopend is.
Sluit via de wegschakelaar WÖL een universeelmeter aan op de elektrische
aansluiting (afbeelding 7). Bij een standaarduitvoering worden daarvoor de
.
stekkerstiften B2 en B4 gebruikt (zie ook meegeleverde aansluitschema).
Instelspindel C (afbeelding 8) continu ingedrukt houden en met behulp
van een schroevendraaier in de richting van de pijl draaien; daarbij op
schakelnok D letten.
Onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar ratelen springt de schakelnok D
steeds 90° verder, totdat de wegschakelaar WÖL bediend wordt. De aan-
gesloten universeelmeter meldt het aanspreken van de microschakelaar.
Vervolgens niet meer draaien en de instelspindel loslaten.
Indien per ongeluk te ver gedraaid is (ratelen na het verder springen van
de schakelnok), de instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de
instellingsprocedure herhalen.
Let op: instelspindel C moet na de instellingsprocedure door veerkracht
weer terugspringen.
Wegschakelmechanisme WSH 10.1 – WSH 16.1
WSR
C
D
WÖL
11
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
