Video
[
ART/ARTISTIEK], [
Selecteer een van deze digitale effecten om aan
uw opnamen "smaak" toe te voegen.
* Alleen deze digitale effecten zijn
beschikbaar in de stand
Instelling
FUNC.
(
23)
FUNC.
[
D.EFFECT OFF/DIGITAAL
EFFECT UIT]
Gewenst(e) fader/effect*
**
FUNC.
* U kunt het digitale effect op het scherm
vooraf bekijken.
** Het pictogram van het geselecteerde
digitale effect wordt weergegeven.
Faders en effecten toepassen
1
Druk op
om de
joystickaanduiding weer te geven.
Indien
niet op de
joystickaanduiding wordt
weergegeven, druk (
joystick dan herhaaldelijk naar
[NEXT/VOLGENDE] om dit symbool
op te roepen.
2
Druk (
) op de joystick naar
• Het pictogram van het
geselecteerde effect wordt groen.
• Druk (
) op de joystick nogmaals
in om het digitale effect uit te
schakelen (het pictogram hiervan
wordt weer wit).
46
MOSAIC/MOZAÏEK]
.
) op de
.
I
NFADEN
Activeer de geselecteerde fader in de
opnamepauzestand (
vervolgens op
Start/Stop
te beginnen met een fade in.
U
ITFADEN
Activeer de geselecteerde fader terwijl
u opneemt (
), en druk vervolgens op
om uit te faden en een pauze
Start/Stop
in te lassen.
E
EN EFFECT ACTIVEREN
Stand
: Activeer het geselecteerde
effect terwijl u opneemt of tijdens de
opnamepauzestand.
Stand
: Activeer het geselecteerde
effect en druk vervolgens op
om de foto te maken.
OPMERKINGEN
• Als u een fader gebruikt, wordt deze niet
alleen toegepast op het beeld maar ook
op het geluid. Als u een effect gebruikt,
wordt het geluid normaal opgenomen.
• De camcorder onthoudt de laatst
gebruikte instelling ook als u de digitale
effecten uitschakelt of het
opnameprogramma wijzigt.
Schermgegevens en datacodering
Bij elke opgenomen scène of gemaakte
foto bewaart de camcorder een
datacodering. Deze codering bevat de
datum, tijd en informatie over de
camerainstelling ten tijde van de
opname. Tijdens het bekijken van een
), en druk
om de opname
PHOTO