e_kb474.book Page 134 Tuesday, October 27, 2009 3:32 PM
134
4
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) om het gewenste
AF-punt te selecteren.
Het AF-punt licht rood op in de zoeker
(AF-punt weergeven) zodat u kunt
controleren welk AF-punt u hebt
ingesteld.
4
• De gewijzigde positie van het AF-punt wordt opgeslagen zelfs als de camera
wordt uitgeschakeld of als het scherpstelkader wordt ingesteld op U of S.
• Als u één van de volgende handelingen verricht, wordt de (in stap 3) gewijzigde
positie van het AF-punt weer teruggedraaid.
- De camera wordt uitgezet met de hoofdschakelaar
- U draait aan de functiekiezer
- U draait aan de kiezer voor ander scherpstelpunt
- U drukt op één van de knoppen 4, Q, 3, M of U
Scherpstelling vastzetten
(Scherpstelvergrendeling)
Als het onderwerp buiten het bereik van het scherpstelveld valt, kan de
camera niet automatisch scherpstellen op het onderwerp. In deze situatie
kunt u het scherpstelveld op het onderwerp richten, de scherpstel-
vergrendeling gebruiken en het onderwerp opnieuw uitkaderen.
1
Draai de scherpstelfunctieknop naar l.