FUNCTIETOETS
Functie-aanduidingen
AF-veld
Breed AF-veld
:func.
:select
:enter
Opties
AF area
AF mode
Metering mode
Wide AF area
Automatic AF
Multi-segment
:func.
:select
:enter
:func.
:select
:enter
:func.
:select
:enter
Hierna vindt u informatie over elke functie. De kleurinstel-
ling en de Regeling Digitale Effecten kunnen niet worden
ingesteld wanneer de automatische opnamestand (Auto)
of een digitaal onderwerpsprogramma wordt gebruikt. De
flitscorrectie verschijnt alleen als de flitser uitgeklapt is.
Geavanceerde opnametechniek
56
AF-veld, scherpstelstand, lichtmeetstand,
flitscorrectie, kleurinstelling, en de Regeling
Digitale Effecten worden ingesteld met de
functietoets. Monitoraanduidingen geven de
actieve instellingen weer. Druk op de toets
(1) om het instelscherm te openen.
Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureen-
heid om de functie in te stellen.
Gebruik de links/rechts-toetsen van de
stuureenheid om de optie te markeren en de
instelling te wijzigen.
Druk op de centrale toets van de stuureen-
heid om de bewerking te voltooien.
Flash compensation
Color / DEC
Natural
Color / DEC
±0.0
:func.
:adjust
:enter
:func.
:select
:enter
:func.
:adjust
:enter
1. AF-veld (blz. 57)
2. AF-stand (blz. 58)
3. Lichtmeetmethode (blz. 59)
4. Flitscorrectie (blz 60)
5. Kleurinstelling (blz. 61)
6. Regeling Digitale Effecten (blz. 63)
Breed AF-veld - voor scherpstelling binnen het brede scherpstelkader in de zoeker.
Zie de basishandelingen op blz. 28. Met indrukken van de vierwegtoetsen van de
stuureenheid kunt u de scherpstelling activeren en vergrendelen. Spot-AF kan
worden gebruikt, zie blz. 47.
Spot AF-veld - het spot AF-veld wordt voor de
scherpstelling gebruikt. De ontspanknop en de toetsen
van de stuureenheid regelen het actieve spot AF-veld.
Scherpstelveldselectie - een specifiek AF-veld kan
worden gekozen. Bij de objectieven AF Reflex 500mm f/8
en AF Power Zoom 35-80mm f/4.0-5.6 kan alleen Spot-
AF-veld worden gebruikt.
Is de scherpstelselectie actief, gebruik dan de stuureenheid om het AF-veld te
Saturation
selecteren; de autofocus wordt steeds geactiveerd en vergrendeld als er een veld
wordt geselecteerd. De centrale toets selecteert het spot-AF-veld. De scherpstelling
blijft na de opname vergrendeld totdat de stuureenheid wordt losgelaten.
AF-veld
Met de instelling voor het AF-veld regelt u welke AF-velden worden
gebruikt. De standen worden geselecteerd met de functietoets (blz.
56). Het actieve AF-veld wordt op de monitor aangegeven.
Het actieve veld wordt op
de monitor aangegeven en
licht in de zoeker kort op.
Spot AF-veld
57