Hoofdmenu
Bedrijfsmodus
Instellingen
Service
Informatie
Taal
Continu-
weergave
Uitgebreid
Hoofdmenu
Bedrijfsmodus
Instellingen
Service
Informatie
Taal
Continu-
weergave
De maximale slagfrequentie kan alleen in de verwer‐
kingstypen in "Uitgebreid" worden verlaagd, dus niet in
de verwerkingstypen in "Standaard" .
Instellingen
Analog
Hulpfrequentie
Kalibreren
Dosering
Relais
In de verwerkingstypen in
van de pomp vrij programmeren.
Er zijn drie curvetypen:
"Lineair"
n
"Ond. zijband" (onderste zijband)
n
"Bov. zijband" (bovenste zijband)
n
Voor alle drie curvetypen geldt:
Het kleinst verwerkbare verschil tussen I1 en I2 is 4 mA
(ll I1-I2 ll ≥4 mA).
Instellingen
Analog
Hulpfrequentie
Kalibreren
Dosering
Relais
Uitgebreid
Curvetype
Curvenpunten
Analoge fout
Einde
"Lineair"
Op het LCD-scherm wordt het symbool
frequentiegedrag van de pomp, recht evenredig met het stroomsignaal,
kan worden geprogrammeerd. Hiervoor twee willekeurige punten P1 (I1,
F1) en P2 (I2, F2) invoeren (waarbij F1 de slagfrequentie is waarmee bij
stroom I1 moet worden gewerkt en F2 de slagfrequentie waarmee bij
stroom I2 moet worden gewerkt), zo wordt een rechte lijn gedefinieerd en
dus het gedrag:
Analog
Standaard
Uitgebreid
Einde
"Uitgebreid" - "curvetype" kunt u het gedrag
Analog
Standaard
Uitgebreid
Einde
Curvetype
Lineair
Onderste zijband
Bov. zijband
Curvenpunten
I1
0,0 mA
F1
0
I2
20,0 mA
F2
80
Einde
"Lineair" weergegeven. Elk slag‐
Instellen
Standaard
0 - 20mA
4 - 20mA
I1
00,0 mA
51