Instellen
a)
F
max
P1
F1
F2
0
I 1
I 2
Afb. 29: Frequentie-stroom-grafiek voor a) Onderste zijband; b) Bovenste zijband
52
Afb. 28: Frequentie-stroom-grafiek voor Lineair
"Onderste zijband"
Met dit verwerkingstype kan de doseerpomp via het stroomsignaal worden
aangestuurd, zoals in onderstaande grafiek is aangegeven.
Via één stroomsignaal kunnen echter ook twee doseerpompen voor ver‐
schillende doseermedia worden aangestuurd (bijvoorbeeld, via het signaal
van een pH-sensor een zuurpomp en een loogpomp). Hiervoor moeten de
pompen elektrisch in serie worden geschakeld.
Op het LCD-scherm wordt het pictogram "Onderste zijband" weergegeven.
Onder I1 werkt de pomp met F1; boven I2 wordt de pomp stopgezet.
Tussen I1 en I2 is de slagfrequentie tussen F1 en F2 recht evenredig met
de signaalstroom.
P2
I [mA]
20
"Bovenste zijband"
Met dit verwerkingstype kan een doseerpomp via het stroomsignaal
worden aangestuurd, zoals in bovenstaande grafiek aangegeven.
Via één stroomsignaal kunnen echter ook twee doseerpompen voor ver‐
schillende doseermedia worden aangestuurd (bijvoorbeeld, via het signaal
van een pH-sensor een zuurpomp en een loogpomp). Hiervoor moeten de
pompen elektrisch in serie worden geschakeld.
Op het LCD-scherm wordt het pictogram "Bovenste zijband" weerge‐
geven. Onder I1 wordt de pomp stopgezet; boven I2 werkt de pomp met
F2. Tussen I1 en I2 is de slagfrequentie tussen F1 en F2 recht evenredig
met de signaalstroom.
F
max
F2
P1
F1
0
I 1
Teken een grafiek zoals de bovenstaande, met waarden
voor (I1, F1) en (I2, F2) – voor het naar wens instellen
van de pomp!
b)
F
max
F2
F1
0
B0089
P2
I 2
I [mA]
20
B0088
P2
P1
I 1
I 2
I [mA]
20