W Automatische AI.B-opnamen
Controleer of de camera automatische indirecte-flitsopnamen
ondersteunt (p. 46) voordat u een automatische AI.B-opname (indirecte
AI-flitsopname) maakt.
Zie pagina 43 voor een overzicht van de automatische AI.B-functie.
Bekijk bovendien nogmaals "Voorzorgsmaatregelen" (p. 8), "Algemene
voorzorgsmaatregelen bij (half)automatische AI.B-opnamen" (p. 60) en
dergelijke informatie voordat u een automatische AI.B-opname maakt.
Richtlijnen voor opnameomstandigheden in de automatische AI.B-modus
Maak bij automatische AI.B-opnamen indirecte-flitsopnamen aan de
hand van de informatie in de volgende afbeelding. Druk daarnaast met
het onderwerp in het midden van het scherm op de knop <X> (om
de afstand te meten).
Bij een grote afstand tot het onderwerp of het plafond, een donker of niet
vlak plafond of vergelijkbare omstandigheden of als de camera is
ingesteld op een lage ISO-snelheid of hoge diafragmawaarde, kan er
onderbelichting optreden.
Bij een afstand van circa 7 m of meer tot het plafond of een opnamehoek
van meer dan circa 60° omhoog of omlaag wordt de flitskop automatisch
recht vooruit gezet en wordt er een normale flitsopname gemaakt,
zonder indirecte flits.
48
Opnameafstand
circa 1 - 5 m
Afstand tot plafond
circa 1 - 3 m