8 Inspectie en onderhoud
8.8
Proefdraaien
Voer na afsluiting van de onderhoudswerkzaamheden
de volgende controles uit.
• Stel het toestel volgens de bijbehorende gebruiksaan-
wijzing in werking.
Afb. 8.11 Functiecontrole
• Controleer of het toestel gas of water lekt.
• Controleer of de verbrandingsluchttoevoer/rookgasaf-
voer niet lekt of los zit.
• Controleer ontsteking en gelijkmatig vlambeeld van de
brander.
• Controleer de werking van de CV-functie
(zie deel 6.3.1) en de warmwaterfunctie (zie deel
6.3.2).
• Noteer de uitgevoerde inspectie- en onderhoudswerk-
zaamheden op het daarvoor bedoelde formulier van
het inspectie- resp. onderhoudscontract.
36
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC - 0020010964_05